Bach cantates zijn de laatste jaren bijzonder populair en een belangrijke reden daarvoor is de grote hoeveelheid goede opnames die ervan beschikbaar zijn. Ook La Petite Bande is bezig met een project om voor elke zondag en grote feestdag van de protestantse kalender een cantate van Bach op te nemen. Geen echte integrale dus, maar toch een groots opgezet project dat twintig cd's moet tellen en waarvan deze cd het vijfde volume vormt. Vier, vrij onbekende cantates dus, gecomponeerd voor de elfde tot de veertiende zondag na het feest van de heilige drievuldigheid.
De keuze om de koorgedeeltes met solostemmen te zingen (en dus de koorpartijen te ontdubbelen) is alvast een punt van verschil met bijvoorbeeld de opnames van John Eliot Gardiner of Philippe Herreweghe. Voordeel is dat belangrijk contrapunt veel duidelijker en verstaanbaarder naar voren komt. Dat is zeker het geval in het polyfone en complexe openingskoor van de cantate "Siehe zu dass deine Gottesfurcht nicht Heuchelei sei", dat hier met een perfecte balans weerklinkt. Nadeel kan zijn dat ademhalingen bijvoorbeeld erg opvallen en de muzikale zinnen wat breken. Kuijken kiest zijn tempi echter intelligent genoeg om de koorgedeeltes heel natuurlijk te doen klinken, zo dat de zangers hoorbaar op hun gemak zijn wanneer ze zingen.
Het solistisch kwartet klinkt uitstekend in balans. De twee mannen, tenor Jan Kobow en bas Dominik Wörner, zingen met een goede dictie en inlevingsvermogen al wordt er doorgaans eerder puur muzikaal dan dramatisch gewerkt. Dat verleent de recitatieven een eerder contemplatief en minder theatraal karakter. Sopraan Gerline Sämann zingt haar partij uitstekend en heel bescheiden waardoor niet in de eerste plaats de kwaliteit van haar stem maar wel de muziek zelf naar voren komt. Petra Noskaiova, die als alt de cantate "Geist und Seele wird verwirret" – een van de weinige cantates van Bach waarin slechts één solist voorkomt – voor haar rekening neemt, is wat benadeeld door het register waarin ze zingt. Daardoor komt haar stem af en toe wat zwakjes over in vergelijking met het orkest maar haar rijke, slanke stem maakt dat ruimschoots goed.
Sigiswald Kuijken houdt een vlotte cadans in de verschillende aria's, die zo levendig en fris overkomen. Bovendien geeft hij met doorgaans rustige tempi muzikanten voldoende vrijheid om frases uit te spelen en om eenvoudigweg muziek te maken. De cantate BWV 35 is eigenlijk een half orgelconcerto met substantiële solopartijen in de twee instrumentale sinfonia's die elk van de twee grote delen inleiden. Organist Ewald Demeyere kwijt zich erg goed van zijn taak met een vlotte ritmiek die een gestaag maar nooit gehaast tempo in de muziek houdt.
Verder ook nog vermelden dat net als bij vorige uitgaven, de lay-out weer uitstekend verzorgd is. Twee cd-boekjes sieren deze cd, eentje met algemene uitleg over retoriek, frasering en de relatie tussen woord en muziek bij Bach. In een tweede boekje analyseert Kuijken, vertrekkende vanuit de tekst deze cantates op gedetailleerde manier en dat maakt een zorgvuldige beluistering van deze rijke muziek er alleen maar gemakkelijker op.
Er zijn natuurlijk verscheidene goede Bach opnames op de markt maar als er een keuze gemaakt moet worden staat ook La Petite Bande bij de favorieten.
Meer over Johann Sebastian Bach
Verder bij Kwadratuur
Interessante links