Dit zevende volume in John Eliot Gardiners integrale uitvoering van Bachs religieuze cantates werd live opgenomen in september 2000. Het jaar was niet toevallig gekozen want voor Bachs tweehonderdste sterfdatum voerde Gardiner met The English Baroque Soloists en het Monteverdi Choir alle cantates op, geplaatst binnen hun juiste plaats in de protestantse kerkelijke kalender.
Er gaapt in atmosfeer en karakter van Bachs cantates een hemelsbreed verschil tussen de twee concerten. De eerste cd werd in het Zuid-Franse Ambronay opgenomen en de drie cantates van dit concert leggen hun nadruk op het aardse leiden en de vergankelijkheid van het aardse bestaan. De tweede cd werd een week later opgenomen in Bremen met cantates voor het feest van Michael de Aartsengel – een belangrijke feestdag in de protestantse kalender waarvoor Bach passend muzikaal vuurwerk componeerde. De vier (drie plus het openingsdeel BWV50 van een verder verloren gegane cantate) werken op deze tweede cd zijn alle vier geïnstrumenteerd voor een grote blazerbezetting van trompetten, pauken en hobo's. Die trompetten bezitten hier uitzonderlijk virtuoze, veeleisende partijen, met een stortvloed van snelle noten die de openingskoren van cantate 130 en 19 kenmerken bijvoorbeeld en deze uitvoering komt uiterst accuraat en slank over. In de basaria 'Gottlob! Der Drache liegt' laten de drie trompetten niet alleen een martiale kant van zichzelf horen (al zit die er ook in, ten slotte moet dit een geloofwaardige uitbeelding zijn van het gevecht tussen de aartsengel Michael en de draak die de duivel voorstelt) maar komen ze, wat atypisch voor hun gebruik binnen de barokmuziek, erg zangerig en melodieus over.
Gardiner slaagt er ook hier weer in om Bachs muziek pulserend en levendig te doen overkomen. Dansvormen als de bourrée waarop de tenoraria van cantate 17 geënt is, zijn dan ook niet verloren aan een luisteraar met wat achtergrond in barokmuziek. En ook wie deze dansvormen niet herkent kan getroffen worden door de frisse cadans die deze muziek kenmerkt. Bach doet haast continu aan tekstschildering en John Eloit Gardiner geneert zich niet om de meer theatrale kantjes van Bachs muziek naar voren te halen. Op de fugatische inzetten van cantate 50 'Nun ist das Heil und Kraft' hoor je duidelijk de vastberadenheid, de 'Kraft' uit de openingszin verklankt worden.
De vijf zangers (altus Robin Tyson wordt op de tweede cd vervangen door Richard Wyn Roberts) zijn intussen al vaste waarden in Gardiners 'pelgrimstocht' en vormen op beide cd's een kwartet zonder zwakke plekken. De Zweedse Malin Hartelius verleent haar herkenbare, heldere stem aan een uitvoering die ronduit briljant kan klinken, zoals in het duet 'Wir eilen mit schwachen' uit cantate 78. Ze zingt niet met een al te kleine barokstem maar laat horen dat ze vele stijlen moeiteloos aankan, klinkt heel comfortabel en toont in deze Bach al de stijlbewustheid die men zich mag wensen. Altus Robin Tyson brengt, zoals op eerdere uitgaven, weer een opvallend kleurrijke, soepele altstem ten gehore. Tenor James Gilchrist zingt met een vlakke stem en nagenoeg geen vibrato, iets wat hem in de kooraria 'Bleibt, ihr Engel, bleibt bei mir' passend smekend doet klinken. En tot slot is er Peter Harvey die Bachs baspartijen verstaanbaar en accuraat brengt, met een gezond gevoel voor drama in de recitatieven.
Uitzonderlijk knappe momenten zitten er ook in het koor. Waar het op andere opnames niet altijd even fijngevoelig zingt, brengen ze hier een muisstille en diepzinnige uitvoering van het slotkoor van cantate 17 ten gehore, met een lichte bovenste stem en warme middenstemmen.
Muzikaal bevat deze dubbel-cd enkele hoogtepunten uit Bachs cantatecycli en de uitvoering, met een sterk solistenkwartet, een mooi koor en Gardiners nadruk op cadans, ritme en drama, zorgt voor een gevarieerde, toegankelijke luisterervaring.
Meer over Johann Sebastian Bach
Verder bij Kwadratuur
Interessante links