Dit volgende, eenentwintigste volume van John Eliot Gardiners integrale uitgave van Bach cantates werd opgenomen in twee Engelse kerken: de kathedraal van Cambridge en de kleine kerk van het Welshe Walpole. Zoals in vorige recensies al werd uitgelegd, trok Gardiner met zijn eigen Monteverdi Choir en The English Baroque Soloists doorheen Europa, om, op een jaar tijd, een integrale uitvoering van Bachs religieuze cantates uit te voeren en op te nemen. Elke cantate zou worden gespeeld op de gepaste dag van de christelijke kalender. Op deze cd staan onder meer de twee 'proefwerken' die Bach moest schrijven om aangesteld te worden als cantor in Leipzig, de cantates BWV 22 en 23 ("Jesus nahm sich die Zwölfe" en "Du wahrer Gott und Davids Sohn"), naast de grootse cantate "Wie schön leuchtet der Morgenstern", BWV 1, of de kleinschalige maar erg mooie "Widrsteht doch die Sünde".

Omdat het eerste concert in Cambridge ook de zesendertigste verjaardag was van het Monteverdi Choir, nodigde Gardiner alle oorspronkelijke zangers uit om mee te zingen, en het resultaat is een uitzonderlijk groot koor, dat qua volume aan een groot oratoriumkoor doet denken. Al is hun klank wat minder goed omlijnd dan op de vorige cd, qua directheid moet het resultaat niet onderdoen voor andere platen uit de reeks.

Ook het orkest presteert, zoals gewoonlijk, op hoog niveau. Gardiner voegt enkele mooie extra's toe, zoals de klagende 'seufzer' figuren in de twee hobo's in de eerste aria van "Du wahrer Gott und Davids Sohn". Als Bach de Apocalyps voor de geest roept in het recitatief en de aria "Wenn einstens die Posaunen schallen" (een van de zeldzame voorbeelden van het gebruik van de baroktrompet in een recitatief), zorgen The Englishe Baroque Soloists voor een vurige, energieke uitvoering. Gardiner contrasteert hier mooi een visioen van aardse vernieling – met scherpe, strakke accenten – met een hemelse verlossing voor de gelovigen.

Bij de zangers valt weer vooral bas Peter Harvey op, met een schitterende uitvoering en een erg verstaanbare tekstuitspraak. De uiterst serene sfeer die hij samen met de hobo kan oproepen in de aria "Es ist vollbracht", uit cantate BWV 159, doen weinigen hem na. Alt Nathalie Stutzmann, die enkel de tweede cd voor haar rekening neemt, is een volwaardige alt, niet een meer gebruikelijke mezzo, en zij laat daar, met haar donker, gesluierd stemgeluid, geen enkele twijfel over bestaan. Bovendien zingt zij met een ingetogen expressie die heel mooi tot uiting komt in de openingsaria van bijvoorbeeld BWV 54. James Oxley, die Gardiners vaste tenor James Gilchrist afloste in Cambridge (op de eerste cd dus), zingt met een warme, sappige stem die vaak wat smekend kan klinken.

Nogmaals een warm aan te raden cd voor liefhebbers van Bach cantates. Trouwens, weinig cd's zien er zo aantrekkelijk uit, en worden qua vormgeving zo goed verzorgd als de cd's uit deze reeks.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.