Johann Sebastian Bach schreef het grootste deel van zijn cantates tijdens zijn jaren in Leipzig, vanaf 1723 tot aan zijn dood in 1750 maar zijn eerste stappen op cantategebied zette hij al vroeger. Deze nieuwste cd van het ricercar consort stelt drie vroege cantates van Bach voor waaronder wat waarschijnlijk de allervroegste compositie in het genre is, cantate 131 'Aus der Tieffen ruffe ich Herr zu dir'. Verder staat op deze plaat de bekende cantate 4 'Christ lag in Todesbanden' en de mooie cantate 182 'Himmelskönig sei willkommen', met zijn welluidende combinatie van blokfluit en strijkers.

Philippe Pierlot kiest ervoor om Bachs cantates solistisch uit de voeren, dat wil zeggen met een instrument per stem in de strijkers en een zanger per koorstem. Dat laat de zangers toe snel van karakter te wisselen, iets wat niet overbodig is in cantate 131 met zijn nog wat archaïsche snelle afwisseling van solo- en koorgedeeltes. De opening van deze cantate krijgt het net niet slepende, plechtige karakter van een processie mee, vooral in de figuren van orgel en bassen.

Verder biedt deze opname echter teleurstellend weinig variatie in haar uitvoering. Enkele snelle passages zoals de vlugge sectie in het eerste deel van cantate 131 of het laatste koor uit cantate 182 worden vlot gespeeld maar kunnen de sfeer van devote gelatenheid die over deze cd hangt toch niet doorbreken. De uitvoering klinkt, vooral vanuit het orkest, tamelijk vlak, hoe technisch capabel ook. Zo is er de stormachtige tenoraria 'Jesus Christus, Gottes Sohn' uit BWV 4 die braaf en ingehouden klinkt bij de strijkers. Ook in de baslijn wordt trouwens weinig variatie aangebracht: klavecimbel is nauwelijks aanwezig en het orgel doet weinig meer dan trouw de originele baslijn volgen. Philippe Pierlot wil misschien de affiniteit van deze vroege werken met de Noord-Europese compositieschool van bijvoorbeeld Dietrich Buxtehude benadrukken maar ook in dat soort vroegbarokke muziek valt meer leven te steken dan hier het geval is.

Het vocaal kwartet bestaat uit bekende zangers, met een slank klinkende Katharine Fuge als sopraan maar ook zij lijden onder de afgevlakte interpretatie van Bachs muziek. Het duet 'Meine Seele wartet' uit cantate 131 is compositorisch een meesterwerk, waarbij de tenor begeleid door het ricercar consort zijn aria zingt en altus Carlos Mena erboven een koraalmelodie intoneert. De uitvoering klinkt echter moedeloos, kaler dan de meeste uitvoeringen van renaissancemuziek. Het vrolijke karakter van cantate 182, 'Himmelskönig sei willkommen', een zonnige fuga die perfect de boodschap van de tekst moet overbrengen, komt hier ook al niet over.

Dat is jammer want een cd als deze heeft, met een sterk vocaal kwartet en het ricercar consort, dat toch een vooraanstaand barokensemble blijft, meer dan voldoende kwaliteit in huis om een prachtige cd af te leveren maar het resultaat is vaker dan niet eentonig.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.