Met het in 2007 opgerichte Bach Concentus neemt klavecinist Ewald Demeyere hierbij haar eerste dubbel-cd op, een verzameling ouvertures van Georg Philipp Telemann en Johann Bernhard Bach (neef van Johann Sebastian). Telemanns ouvertures op deze uitgave werden geschreven toen hij kapellmeister aan het hof van Eisenach werd, waar hij Johann Bernhard Bach tot zijn muzikanten kon rekenen. Bachs werk is grotendeel verloren gegaan maar deze vier ouvertures zijn bewaard gebleven, misschien omdat Bach de muziek van zijn neef erg kon appreciëren en hem dan ook kopieerde en zelf ook liet uitvoeren.

Elk van de zeven ouvertures heeft ruwweg dezelfde vorm: een openingsdeel gevolgd door een reeks hofdansen en meer beschrijvende, programmatische stukjes en besloten met een doorgaans snelle, levendige finale. Het eerste deel (verwarrend genoeg ook 'overture' geheten) combineert het statige van de Franse barok in haar introductie met het vlotte contrapunt van de Italiaanse in het snelle deel dat erop volgt. Streng Duits contrapunt in de stijl van Schütz, Buxtehude of Johann Sebastian Bach is noch aan Telemann noch aan Johann Bernhard Bach besteed.

Al is dit over het algemeen misschien toch niet de grootste muziek die in de eerste helft van de achttiende eeuw werd gecomponeerd, toch blijven beide plaatjes op deze dubbel-cd boeiend en dat is voornamelijk te danken aan de uitvoering, die heel levendig en geëngageerd klinkt. Het Bach Concentus speelt met een warme, rijke klank en een optimale balans tussen klavecimbel en strijkers. De verschillende hofdansen (Gigues, Menuetten, Sarabandes, Polonaises) worden over de hele lijn vlot en redelijk snel gespeeld maar zonder hun galante, hoofse karakter uit het oog te verliezen. De 'entrée' uit Telemanns suite in E, TWV 55:E2 is zo een voorbeeld van een muziekstuk dat heel gestileerd overkomt maar toch een vlot en redelijk snel tempo meekrijgt. Een vaste ritmiek, eigen aan de dansen waarop de meeste deeltjes gebaseerd zijn en veel aandacht voor fraseringen kenmerken dan ook deze uitvoering.

Hoboïste Vinciane Baudhuin vindt in de overture in E klein, TWV 55:E10 een waar hoboconcerto en haar uitvoering is erg overtuigend en muzikaal. Ze speelt met een erg rijke, sappige klank en neemt vlot en moeiteloos de virtuoze loopjes en trekken die Telemann voorschrijft. Heel mooi is het zangerige karakter van de 'Air', die van Telemann het onderschrift 'tendrement' meekrijgt en waar Baudhuin haar barokhobo heel zachtaardig kan doen klinken.

Barokliefhebbers kunnen hun hart opalen met ene cd als deze, die onbekend repertoire aan een uitstekende uitvoering bindt. Het Bach Concentus heeft er alvast een prachtige debuutopname mee gemaakt.

Meer over Johann Bernhard Bach, Georg Philipp Telemann


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.