Hermann Zilcher werd in 1881 geboren in Frankfurt am Main en begon zijn muzikale studies toen hij vijf jaar oud was. Tot aan zijn dood in 1948 bleef hij werken en componeren, en hij was in zijn tijd een bekende pianist, componist alsook directeur van verschillende grote Duitse conservatoria. Na zijn dood is Zilcher bijna vergeten, en zijn werken worden nauwelijks nog gespeeld. Bariton Konrad Jarnot en pianist Alexander Schmalcz willen met deze cd de liederen van Zilcher uit de schaduwen van de muziekgeschiedenis halen en opnieuw interesse wekken voor zijn oeuvre. Ze brengen drie liedcycli: een cyclus van vier liederen op teksten van verschillend dichters, een liedcyclus van 12 liederen op tekst van Joseph von Eichendorff en tenslotte een korte cyclus van 15 korte liederen op tekst van de Duitse kinderfabelen van Hey en Spekter.
De muziek van Zilcher draagt alle kenmerken van de Duitse laatromantische tradities, met grote spanningsbogen, een zeer rijk gekleurde begeleiding in de piano en grootse, dramatische momenten in de zangstem. Zowel de 'Vier Lieder' als de 'Eichendorff-Zyklus' doen denken aan liederen van de meer bekende laatromantische componisten, zoals de 'Wesendoncklieder' van Richard Wagner of de 'Rückertlieder' en 'Kindertotenlieder' van Gustav Mahler. Alleen valt Zilcher helaas soms iets te zwaar in de clichés, waardoor de momenten die eigenlijk zeer serieus moeten zijn eerder als een komische parodie overkomen. Deze indruk wordt verder versterkt door het feit dat Konrad Jarnot in de hoge, dramatische passages de neiging heeft om zijn stem te forceren en een overdreven vibrato toe te passen. De begeleidingen van Alexander Schmalcz zijn iets minder overgedramatiseerd, maar ook hij overdrijft soms, zoals op het slotakkoord van 'Zu spät' waar hij de dissonante slotakkoord eerder hamert dan speelt.
Helemaal anders is het gesteld met de laatste liedcyclus '15 kleine Lieder nach den Hey-Spekterschen Fabeln', opus 37. Hun eenvoudige schrijfstijl en hun grappige en charmante teksten over dieren en de natuur maken van deze cyclus het mooiste en meest aangename werk op deze cd. De liederen zijn bijna allemaal strofisch, en zeer kort: ze duren allemaal minder dan twee minuten. Elk lied is anders geschreven, en Zilcher gaat hier zeer expressief met de teksten om, en gebruikt veel tekstuitbeelding. Zo doen de kinderachtige melodie en snelle tempo in 'Schneeman', waarin kinderen een sneeuwman uitlachen omdat hij niet kan bewegen, denken aan een kinderlied, terwijl de snelle loopjes in de piano in het lied 'Mäuschen' doet inderdaad denken aan een muisje dat voorbij pijlt. Het meest charmante liedje van deze cyclus is ongetwijfeld 'Abend', dat het laatste is, en het werk met een mooi avondgebed afsluit. De akkoordische begeleiding doet aan een koraal denken, en de rustige, ingetogen melodie geeft dit liedje een zeer intiem karakter. Het feit dat de grootse dramatische bewegingen uit de twee eerste cycli in deze stukjes ontbreken helpt hier zowel de zanger als de pianist, die in dit werk een zeer mooie vertolking afleveren.
Voor wie geïnteresseerd is in het oeuvre van Zilcher, of voor wie reeds alles ontdekt heeft wat de laatromantische Duitse liedkunst te bieden heeft, is deze cd aan te raden, maar een echte 'must' is het helaas niet.
Meer over Hermann Zilcher
Verder bij Kwadratuur
Interessante links