Een plaat maken met een selectie van aria’s uit opera’s en cantates van Georg Frederik Händel (1685-1759) is niets nieuws: vele zangers zijn die weg ingeslagen. Wat origineel is, is het zoeken naar aria’s met een obligaat instrument erbij en dat is wat de Nederlandse sopraan Johannette Zomer en hoboïst Bart Schneemann ondernomen hebben met deze nieuwste cd.

De selectie van aria’s op de plaat beperkt zich niet tot een enkele periode in Händels leven. Hoewel de meeste aria’s uit vroege opera’s komen, bevat de selectie ook aria’s uit Italiaanse cantates die een jonge Händel nog voor hij naar Londen verhuisde in Italië schreef. Enkele aria’s uit latere opera’s als ‘Ariodante’ of ‘Berenice’ staan ook op de plaat. Erg bekend is deze selectie van aria’s niet maar ze toont de volle kracht van Händel als dramaturg.

Geen wonder dan dat ook de hobopartij die Händel schrijft de inhoud van de tekst als een handschoen past, of die inhoud nu capricieus, droevig, woedend of vrolijk is. Een barokhobo is een erg persoonlijk instrument en Bart Schneemann klinkt hoorbaar anders dan, om nu maar enkele virtuozen op barokhobo te noemen, Marcel Ponseele, Xenia Löffler of Paul Dombrecht. Zijn klank is wat slanker en neigt maar naar de dunnere klank van het moderne instrument toe – niet zo verbazingwekkend als men weet dat Schneemann zowel oude als moderne hobo combineert. Die fijne klank maakt het echter ook wat moeilijker om even extravert uit de hoek te komen als de zang in de aria’s. Naast de aria’s speelde Schneemann trouwens een van Händels hoboconcerti in, een vroeg werk in g mineur uit Händels Italiaanse periode. Met zijn vier delen, waaronder een statig, ouderwets eerste deel linkt het de muziek van Händel aan die van Italiaanse meesters van een oudere generatie als Archangelo Corelli en Alessandro Scarlatti. Het concerto sluit ook perfect aan bij de opgewekte opening voor hobo, strijkers en continuo uit de cantate ‘Delirio Amoroso’, een ander product van Händels Italiaanse verblijf dat op de cd gezet werd.

Het orkest volgt Händels affecten op de voet, zelfs bijna overdreven in de verbeten manier waarop een boze aria ingeleid wordt of de klagende manier waarop een droevige aria van begeleiding voorzien wordt. Erg mooi is het kalme, berustende sarabande-ritme in de aria ‘Lascia ch’io pianga’ uit ‘Rinaldo’, een van Händels bekendere aria’s.

Johannette Zomer slaat hier een intieme, beheerste toon aan die net door die beheersing met uiterste tederheid weerklinkt. Ze doet het het beste in zachte, intieme aria’s maar snelle passages met virtuoze coloraturen komen ook verstaanbaar over. Men krijgt echter wel de indruk dat snelle loopjes niet zo veel vlugger uitgevoerd hadden mogen worden. Ze spreekt haar hoogste noten met kristalheldere precisie aan, onder meer in de aria ‘Caro, vieni a me’ uit ‘Riccardo Primo’. Ze speelt verder erg capabel met vibrato. In tegenstelling tot sommige van haar collega’s uit de barokwereld, zingt ze niet volledig strak en vibrato-loos maar gebruikt ze vibrato spaarzaam, om een eindnoot in te kleuren, een dissonant tegen de begeleiding te laten wringen of om een luide noot kracht bij te zetten.

Wie van barokmuziek houdt kan moeilijk teleurgesteld zijn met een plaatje als dit. Het presenteert een dwarsdoorsnede uit het oeuvre van Händel in een muzikale uitvoering die aantoont hoe breed Händels compositorische spectrum was en met welk gemak hij de meest uiteenlopende affecten op muziek zette.

Meer over G.F. Händel


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.