Valery Gergiev begint zijn dirigentschap bij het London Symphony Orchestrea ambitieus, met live-opnames van al Mahlers negen symfonieën. Hier is het de beurt aan Mahlers monumentale achtste symfonie, een werk dat omwille van het grote aantal uitvoerders dat ervoor nodig is wel eens de bijnaam 'symfonie der duizend' meekrijgt. Mahler wijkt volledig af van de klassieke drie-, vier- of vijfdelige vorm in zijn symfonie en probeerde in de plaats een werk te scheppen dat uitdrukking gaf aan één groot filosofisch idee – een kenmerkende uitdrukking van het laat-romantische 'Gesamtkunstwerk'. In dit geval is dat de louterende kracht van de liefde en de heilzame werking die deze liefde heeft op het scheppende werk van een kunstenaar. Dat vindt zijn uitdrukking in een tweedelige symfonie waarvan het eerste deel een grandioze compositie is van de middeleeuwse hymne 'Veni, Creator Spiritus' en het tweede een bijna scenische zetting van de slotscène uit Goethes 'Faust'.
De 'symfonie der duizend' vereist een reusachtig aantal uitvoerders maar kwantiteit is niet steeds een garantie voor kwaliteit, integendeel. Het koor mist, zeker in de hymne 'Veni Creator Spiritus' continu fijnzinnigheid en zorgt louter voor klankvolume. Dat maakt Mahlers triomfantelijke hymne, met zijn snelle modulaties, chromatische harmonieën en dikke polyfonie extra zwaar om te verteren. Het is bij zulke grootse orkestwerken niet ongewoon om transparantie in het koor te missen want het is gewoonweg onmogelijk om een honderdkoppig uitsluitend professioneel koor samen te brengen maar hier klinken het Choir of Eltham College en de Choral Arts Society of Washington toch wat te kleurloos op stille en te ruw op luide passages.
Mooie momenten moet de luisteraar grotendeels binnen de zachtere passages van Mahlers achtste symfonie zoeken. De introductie tot het tweede gedeelte, de slotscène uit Goethes 'Faust' is zo een plaats, een muzikale evocatie van de desolate 'bergravijnen, woud, kliffen, wildernis' die bij Goethe de achtergrond van de scène vormen en die Mahler ook woordelijk in de partituur vernoemt. Het LSO bezit uiteraard prachtige solisten op elke sectie en de sfeer die Gergiev met slechts enkele noten in de fluiten, hobo's of klarinetten kan maken is betoverend. Het zwaardere werk, het ondersteunen van het machtige orgelakkoord waarmee de symfonie inzet bijvoorbeeld, wordt glansrijk verricht door een sectie koperblazers die erg stevig in haar schoenen staat.
In het eerste deel stelt Gergievs vrijwel uitsluitend Russische cast solisten wat teleur. Het is namelijk moeilijk om een uitvoering van deze achtste symfonie te vinden waar de solisten, soms breder en bijna karikaturaal hoogromantisch zingen. Zeker in het eerste deel van de symfonie kenmerkt een groot klankvolume, een gebrek aan controle en een zwalpende, wijde vibrato de solisten. Gelukkig wordt er wat goed gemaakt in het tweede deel. Vooral de vrouwenstemmen blijven echter erg donker klinken en te opgewonden voor deze vaak serene muziek en dat is zeker jammer in lichte passages als het 'Bei der Liebe, bei der Füssen' met haar delicate begeleiding in de houtblazers. Tenor Sergey Semishkur bezit een aangename stem in het middenregister maar klinkt erg geforceerd op zijn hoogste noten. Bariton Alexey Markov brengt het er beter van af, met een erg romantische maar toch accurate en vrij verstaanbare lezing van de rol van pater ecstaticus in het tweede deel.
Mahlers achtste symfonie wordt niet zo vaak gespeeld maar een goede uitvoering ervan te pakken krijgen is niet zo moeilijk. Het is geen gemakkelijk werk om bevredigend uit te voeren en ook deze lezing bezit enkele minpuntjes (naast de overweldigende kwaliteit van het London Symphony Orchestra natuurlijk), in de vorm van solisten die wat te ruw zijn en een koor dat volume boven transparantie stelt.
Meer over Gustav Mahler
Verder bij Kwadratuur
Interessante links