Mahlers derde symfonie is een beetje een vreemde eend in de bijt. Ze is met haar lengte van ruim anderhalf uur buitenproportioneel lang en ze bestaat uit zes delen, waarvan de hoekdelen alleen al ruim een uur muziek vormen. Het programma wijzigde doorheen het creatieproces ettelijke malen, maar zeker is dat de componist er van bij het begin een soort verkondiging van een levensvisie in zag. Het 'O Mensch, Gib Acht' in het vierde deel is rechtstreeks ontleend aan Nietzsche en maakt de over het geheel gesproken strijd tussen polariteiten, waar deze symfonie in haar totaliteit om draait, expliciet. In concertzalen is de derde zelden te zien, omdat een kinderkoor, een vrouwenkoor en een mezzo-sopraan nodig zijn naast de op zich ook al niet geringe instrumentale bezetting. Net als de achtste vraagt Mahlers derde dus een extra inspanning wil men het werk uitgevoerd en opgenomen krijgen. Voor zijn integrale cyclus met de Mahler-symfonieën kon de Amerikaanse dirigent Michael Tilson Thomas echter niet om dit monument heen, en wat hij er met koor en orkest van gemaakt heeft, zit auditief in ieder geval heel goed in elkaar. De opnamekwaliteit is zeer helder en net als in de eerste symfonie valt de enorme helderheid op waarmee Thomas de partituur heeft benaderd. Toch is zijn San Fransisco Symphony Orchestra niet het ideale orkest om dit werk op te nemen. De evenzeer recente opname van Mariss Jansons met het Koninklijk Concertgebouworkest blijft dan ook een standaard die deze interpretatie vele malen overklast.

Nochtans maakt Tilson Thomas er op de eerste cd een luisterrijk, bijna spannend schouwspel van. Het ongeveer 40 minuten durende eerste deel is een zeer contrastrijk geconcipieerd werkstuk, waarbij de botsing der elementen hier prachtig naar voor wordt gebracht. De dirigent houdt het orkestapparaat stevig in de hand en hij weet klaarblijkelijk waar deze muziek heen moet. De vele solistische passages in dit openingsdeel zijn soms wat bibberig: zowel het hout als de kopers zijn wat zwak als ze er alleen voor staan, maar als collectief maken ze dat goed door zeer gedreven en uniform te musiceren. Het grote mankement van deze derde symfonie schuilt in de vocale delen: mezzo-sopraan Michelle DeYoung is niet de best denkbare stem voor deze erg secure symfonische dichtkunst. Haar 'O Mensch!' is zeer nadrukkelijk gearticuleerd, waarschijnlijk onder impuls van Tilson Thomas, die zijn koor ook in het daaropvolgende segment zeer geprononceerd laat zingen. Op zich is dat geen probleem, mits de muzikaliteit er niet al te erg onder te leiden heeft. Hier valt dat mee, maar spijtiger is dat Tilson Thomas de instrumentatie te weinig betekenis kan geven. Het muzikale voelt wat slapjes aan en als de stemmen wegvallen, lijkt de druk wat van de ketel. In het langzame slotdeel, Mahler-gewijs alweer een 'Adagio', maakt Tilson Thomas dat goed, door opnieuw een transparante spanning te vinden die hij tot het eind kan handgaven.

Deze derde van Mahler mag er daarom zeker zijn, maar de toevoeging van de 'Kindertotenlieder', met alweer Michelle DeYoung als soliste, zijn minder overtuigend. Vooral in het slotzang ('In diesem Wetter, In diesem Braus') is de mezzo zodanig scherp dat het bijna pijn doet. Het orkest wordt door Tilson Thomas ook hier wat te stiefmoederlijk behandeld, waardoor alle gewicht bij DeYoung komt te liggen, die de liederen niet van begin tot eind interessant weet te houden. Voor de 'Kindertotenlieder', op zich natuurlijk fenomenale werken, mag men deze cd dus links laten liggen. Uiteraard blijft de interpretatie van de derde symfonie de moeite, maar in competitie met de gevierde opnames van de laatste decennia maakt Tilson Thomas zijn live-reputatie in Mahler eigenlijk niet waar.

Meer over Gustav Mahler


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.