Ze lopen nog altijd rond: goed geparfumeerde lui die zich in de opera graag laten opmerken en geloven dat het repertoire vandaag quasi uitsluitend zou moeten bestaan uit wat de "serieuze" componisten hebben nagelaten. Weg met de romantische nonsens van Rossini, Massenet en Puccini, hoogstens af en toe een keer Verdi, en vooral met grote regelmaat Strauss en Wagner op de planken! De gebakken lucht die verschillende romantische tot ongekende hoogten opbliezen, wie wordt daar op heden nog beter van? Met hetzelfde idee schuiven die mensen deze kersverse opname van Georges Bizets 'Carmen' in de lader: een project dat door EMI Classics al maanden op voorhand werd aangekondigd als een van hun grote verwezenlijkingen. Deze 'Carmen' is tegelijk een feesteditie die de tienjarige coöperatie tussen de Berliner Philharmoniker en de Brite topdirigent Sir Simon Rattle moet bezegelen. Met het pikante 'Carmen' onder de arm ruchtbaarheid geven aan deze verjaardag, is een statement. Niemand kan Rattle immers voor een bourgeois houden en waar hij op uit is, is muzikale vreugde zonder meer. Het feit dat hij er naar streeft zangers die onder exclusief contract bij andere labels staan naar deze productie te loodsen, betekent dat hij niet alleen als dirigent, maar ook daarbuiten grenzen wil doorbreken.
Met 'Carmen' lijkt Rattle nochtans een orkestpartij nieuw leven in te blazen die een paar kilo's te licht weegt voor het wereldorkest dat de Berliner Philharmoniker per slot van rekening is. Die misvatting smelt als sneeuw voor de zon voor wie deze muziek uitgevoerd hoort door een orkest dat het klappen van de zweep kent. Leidmotieven keren terug en ondergaan betekenisverschuivingen: weliswaar eenvoudiger dan bij Wagner, maar daarom niet minder doeltreffend. Tevens zit 'Carmen' niet alleen vol fantastische solo's die op een ongecompliceerde manier uitdrukking geven aan diep gevoel, want ook de tutti-passages slaan simpelweg met totale verstomming. De vleug exotisme waar Bizet voortdurend mee flirt, staat niet in de weg dat het de muzikale taal zeer toegankelijk blijft en de luisteraar probleemloos kan meesleuren. De voortdurende contrastverschuiving tussen lichte en donkere klankeffecten verlenen 'Carmen' nog altijd dat hitsige gevoel, dat een mens aan de speakers gekluisterd houdt. Wie er de aandacht voor kan opbrengen, voelt zich een speelbal worden van een scherpe en gecondenseerd gecomponeerde opera die vanuit een volkse beleving van essentiële thema's als liefde en dood tot een troostrijke omkadering van de onmogelijkheid tot geluk komt. Als een hittegolf bevangt de strijkersectie van de Berliner de luisteraar, wier hartkloppingen in intensiteit toenemen bij het horen van subtiele kopers en uitstekende houtblazers, en dat alles onder het gevoelvolle baton van iemand met distinctie en tegelijk totale overgave – geen fijnproever die onberoerd kan blijven bij wat Sir Simon Rattle hier met een dikwijls gevulgariseerde operaklassieker doet.
Geen opera zonder zangers natuurlijk, en wat dat betreft kon Rattle zijn naam en faam laten gelden. Zijn ega Magdalena Kožená zingt de titelrol alsof ze nooit iets anders heeft gedaan en Jonas Kaufmann is eindelijk nog eens een manmoedige tenor die opgewassen is tegen zijn stevige partij. Alle rollen worden overigens heel goed ingevuld, en zelfs de gesproken stukjes tekst hebben een elektriserend karakter. Interessant is bovendien dat Rattle terugging naar de oertekst, zoals die door Oeser in Wenen ongeveer 50 jaar geleden werd gereconstrueerd. Inmiddels kwam die editie onder vuur te liggen, omdat latere aanpassingen en reducties al dan niet met permissie van de componist zouden zijn uitgevoerd. Kortom is er, aldus bepaalde muziekhistorici, geen reden om aan te nemen dat deze editie geheel naar Bizets wens zou zijn. Die discussie, die zich op een niveau afspeelt waar de gemiddelde melomaan in principe geen boodschap aan heeft, hoeft misschien niet intensief te worden gevoerd, want deze 'Carmen' is een simpelweg impressionante prestatie. Hoe lang is het trouwens geleden dat deze opera nog eens in minutieus uitgedokterde studio-condities werd opgenomen, met een orkest van dit formaat en zangers van dit elan? De uitgebreide historische duiding in het boekje zijn overigens een mooi meegenomen aanvulling, hoewel het spijtig is dat men voor het libretto naar de site van Simon Rattle moet surfen. Laat dat echter geen enige minpunt zijn dat bij deze te koesteren dubbelaar te noteren valt.