De eerste opname van Fabio Biondi die internationaal met de grond gelijk wordt gemaakt, moet nog verschijnen. De kans dat zijn laatste cd voor BIS, met name 'Jephtha' van Händel, die plaat zal worden, is hoogst onwaarschijnlijk. Inmiddels wordt de Italiaanse violist-dirigent dit jaar vijftig en vrij recent nam hij de functie als artistiek supervisor van het Barokke deel van het Zweedse Stavanger Symphony Orchestra op zich, waarmee hij in de voetsporen treedt van gerenommeerde voorgangers als Frans Bruggen en Philippe Herreweghe. Biondi heeft zijn internationale status echter niet aan dit ensemble te danken, maar aan het orkest Europa Galante dat hij zelf uit de grond stampte in 1990. Daarmee maakte hij enkele prachtige opnames voor Virgin Classics, die hem internationaal op de kaart zetten als een van de belangrijkste dirigenten van de muziek uit de 17e en 18e eeuw. Dat Biondi voor zijn opname van Händels laatste oratorium 'Jephtha' samenwerkte met het Collegium Vocale Gent, is trouwens niet alleen een eer voor het Belgische ensemble, maar tevens een indicatie voor het gewicht dat de Gentenaars op de internationale scène in de weegschaal leggen.
Zoals gezegd is 'Jephtha' een van Händels laatste oratoria. De componist schreef toen, ongeveer acht jaar voor zijn dood, geen opera's meer, maar de oratoria sloegen steeds meer de brug naar het dramatische genre door middel van expressieve aria's die eigenlijk ook binnen de opera-context zouden kunnen gebruikt worden. Niet voor niets schreef Händel, die tijdens de creatie van dit werk ernstig last kreeg van oogklachten, boven de partituur dat het een "sacred drama" betrof, met de nadruk op het tweede woord. Jephtha vertelt het Bijbelse verhaal van een Israelisch krijger, Jephtha, die door zijn volk wordt verkozen tot leider in hun strijd tegen de Ammonieten. Jephtha beloof daarbij aan God dat als hij de oorlog wint, hij de eerste persoon die hij bij zijn terugkeer in zijn geboortestad aantreft, zal offeren ter ere van God. In het tweede bedrijf blijkt Jephtha inderdaad de strijd gewonnen te hebben, maar bij aankomst stuit hij meteen op Iphis, zijn eigen dochter. Het oratorium krijgt vanaf dan een donkere ondertoon van beklag en verdriet, die culmineert in het beroemde koorlied 'How dark, o Lord, are Thy decrees!'. Uiteindelijk liet Händel het oratorium echter positief eindigen, doordat een engel de boodschap verkondigt dat als Jephtha zijn dochter een leven laat leiden in het teken van het goddelijke, de hemel zal nalaten hem te straffen voor het niet letterlijk nakomen van zijn belofte. Zo geschiedde en "So are they blest who fear the Lord. Amen. Hallelujah!" klinkt het logischerwijs bij het slot.
In zijn jarenlange geschiedenis had het Collegium Vocale zelden last met Barokke oratoria en specifiek onder leiding van Fabio Biondi zijn de koorpassages doordrenkt van vuur. Het Stavanger Symphony Orchestra wordt vanuit een zelfde pittige basishouding gedirigeerd, hoewel het ensemble nooit het overwicht krijgt op de schitterende vocalisten, die de echte helden zijn van dit verhaal. Tenor James Gilchrist is een fantastische Jephtha en sopraan Jona Julsrud schittert als Iphis. Het ganse team houdt het oratorium muzikaal spannend tot het einde, niet door krampachtig effecten in de verf te zetten, maar door vanuit een natuurlijk aanvoelen te musiceren. Echte Händelliefhebbers zullen misschien al de versies van John Eliot Gardiner of Marcus Creed in huis hebben, waarmee deze interpretatie kan vergeleken worden. Een extra versie hebben zij allicht niet nodig, hoewel leken zeker via Biondi kunnen geënthousiasmeerd worden om meer oratoria van Händel te ontdekken.