Om de – soms verstikkende – Italiaanse en Oostenrijkse censuur in Italiê te vermijden, trok Donizetti in 1840 naar Parijs, in de hoop om in de Franse hoofdstad net als Rossini voldoende succes te kunnen oogsten en zich op korte tijd uit het theater te kunnen terug trekken en van een welverdiend pensioen te kunnen genieten. Donizetti componeerde ten slotte nog steeds minstens drie opera's per jaar. Van dat pensioen heeft de componist nooit kunnen profiteren – hij werd waanzinnig op vijftigjarige leeftijd – maar zijn verblijf in Parijs bracht enkele van zijn grootste opera's voort waaronder bijvoorbeeld 'La Fille du Régiment' en ook deze 'Dom Sébastian, Roi de Portugal'.

Het libretto is (erg losjes) gebaseerd op het leven van de zestiende-eeuwse koning Sebastian van Portugal, in het echte leven een religieuze zeloot die tijdens een – slecht geplande en desastreus afgelopen – militaire expeditie naar Marokko om het leven kwam, samen met de keur van de Portugese adel. In de opera wordt hij, in negentiende-eeuwse traditie echter voorgesteld als tragische held die ten onder gaat aan de intriges van zijn groot inquisiteur Dom Juam da Sylva.

Het orkest zorgt voor een grandioze uitvoering, helemaal in de stijl van de 'Grand Opera', met grootse koorscènes, overweldigende tutti's en balletmuziek die zo uit een operette van Offenbach zou kunnen komen. De inleidingen tot recitatieven of aria's worden met gepast gevoel voor drama gespeeld en dreigende of opgewonden orkestfragmenten werpen hun schaduw vooruit naar Wagner. Donizetti had kennis gemaakt met nieuwe instrumenten die de Parijse uitvinder Adolphe Sax had ontworpen (cornetten, ventieltrompetten en basklarinet) en maakt daar dan ook dankbaar gebruik van.

Het koor kan op enkele momenten erg mooi uit de hoek komen, bijvoorbeeld in de finale van de tweede akte, waar de vrouwen enkele mooie, zachte lijnen mogen zingen. Ook de dodenmars aan het eind van de derde akte komt heel ingehouden en edel over. Over het algemeen staat het koor echter ten dienste van de groots opgezette mise-en-scène en zorgt het eerder voor massieve effecten dan voor subtiliteit.

Alle zangers gebruiken een grote dosis vibrato, vooral op aangehouden en hoge noten. Dit mag dan wel in de stijl van de Grand Opera zijn en zelfs noodzakelijk om boven een groot symfonisch orkest uit te kunnen zingen maar het neemt wat charme weg van recitatieven en stille passages en doet enkele climaxen al snel een beetje bombastisch klinken. Sopraan Vesselina Kasarova heeft hier bijvoorbeeld wat last van maar tenor Giuseppe Filianoti brengt het er beter van af, met een edele heldentenorkleur zoals in het duet tussen hem en Zayda in de vijfde akte. Carmelo Corrado Caruso komt erg knap over als dichter Camoëns, vooral in zijn recitatief en romance 'Sur le sable d'Afrique', met een baritonstem die warm klinkt. Jammer alleen van zijn scherpe, erg on-Franse 'r' en het feit dat hij af en toe zijn noten wat opblaast. Alastair Miles is een overtuigende inquisiteur Dom Juam. Met een donker gekleurde en diepe basstem verleent hij een huiveringwekkend karakter aan de vierde akte, die zich volledig in de onderaardse kelders van de inquisitie afspeelt.

Dit is geen opname die een liefhebber van Donizetti of negentiende-eeuwse opera mag missen. Dit zelden opgenomen of uitgevoerd werk krijgt hier een uitvoering mee die alle grandeur en dramatiek van deze Grand Opera eer aandoet. Bovendien werd bij deze uitgave, naar goede Opera Rara gewoonte, een prachtig geïllustreerd en goed gestoffeerd cd-boekje geleverd, met de hele ontstaansgeschiedenis van de opera, een tweetalig libretto, portretten van de zangers die de eerste opvoering verzorgden en nog veel meer...

Meer over Gaetano Donizetti


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.