Terwijl hij met zijn orkest Anima Aeterna bezig was Lizsts orkestwerken uit te voeren, nam Jos van Immerseel diens laatste werken op, voor de gelegenheid samen met de Russische cellist Sergei Istonin. Natuurlijk zijn de instrumenten, cello en vooral piano('s) weer met erg veel zorg gekozen en het resultaat is een mooi maar sobere en donkere cd, die de stijlverandering die Lizst naar het einde van zijn leven toe onderging, goed illustreert.
Een gemene deler van veel van de – eerder korte – werken op deze cd is een verlangen naar en fascinatie met de dood. Titels als 'Schlummerlied im Grabe' of 'La Lugubre Gondola' geven het introverte, kale karakter van Lizsts late werken goed weer. Zoals we ondertussen al gewoon zijn, kiest Van Immerseel zijn instrumenten met zorg en voor deze cd viel zijn keuze op twee Erard piano's, een uit 1886 en een uit 1897. Met deze historische instrumenten verkrijgt Van Immerseel een uitzonderlijk heldere klank, waarbij elk register van het klavier hoorbaar afgebakend is en geen enkele klank ongewild met een andere versmelt. Ook Istonins cello heeft een intense, wat hese klank, die bij kluizenaarsmuziek als deze niet misstaat. Liszt ontdoet zijn stukken namelijk van alle overbodige virtuositeit en verfraaiingen en concentreert zich op uitgebeende akkoorden en korte melodische fragmenten. Vaak, zoals in 'La Lugubre Gondola', is een melodielijn, in klassieke zin, zelfs onherkenbaar en focust de muziek zich op karakteristieke intervallen. De muziek zelf twijfelt tussen zacht medeleven, in stukken als 'Die Zelle in Nonnenwerth' of kale desillusie, goed gebracht met harde, directe aanslagen op het klavier. Van Immerseel zelf legt uit hoe hij, op de piano's die hij uitkoos, met lichte maar snelle touchés een magistrale klank kan produceren. 'Unstern, Sinistre, Disastro' bijvoorbeeld is hier een goed voorbeeld van. Slechts hier en daar vindt de luisteraar werkelijk herkenbare melodische lijnen terug en vaak is daarin de invloed van Hongaarse (of zigeuner-) muziek te horen, zoals in de duivelse 'Czardas Obstinée'. Maar de uitbundige Lizst van vroeger is in dit late werk nog slechts een herinnering want deze czardas heeft maar weinig meer gemeen met de vurige Hongaarse dans die de componist voorheen inspireerde.
Van Immerseel weet goed hoe hij dit soort muziek moet aanpakken en het resultaat is een weinig evidente maar daarom niet minder pakkende cd. Die 19de eeuwse piano's, met hun nauwkeurige aanslag en verzorgde toon, dragen bij tot het desolate gevoel van Lizsts late werk. Dat dit, met slechts enkele kleine uitzonderingen, meditatieve muziek is, uiterst introvert en misschien wat cerebraal, staat vast. Maar wie de moeite neemt aandachtig te luisteren zal niet teleurgesteld zijn.
Meer over Franz Liszt
Verder bij Kwadratuur
Interessante links