De basviola is het grotere broertje van de viola da gamba, een barokinstrument uit de viola familie. Dat maakt de basviola (of basgamba) tot een contrabasachtig instrument, al zijn er belangrijke verschillen in speelwijze en klankkleur tussen de basviola en zijn tegenhangers uit de hedendaagse vioolfamilie. De muziek die Jessica Horsley en David Hatcher op deze cd voorstellen, werd geschreven door Gottfried (of Godfrey) Finger, een componist uit Moravië die aan het eind van de zeventiende eeuw naar Engeland trok. De vier duosonates die op cd werden gezet (en die allemaal naar gelang hun karakter een bijnaam hebben gekregen: ‘Furioso’, ‘Selecta’, ‘Grandoena’ of ‘Ariosa’) en twee danssuites op deze cd dateren naar alle waarschijnlijkheid uit die Engelse periode.

Net als de viola da gamba is de basviola een instrument met een herkenbaar gesluierde, hese toon. Het zorgt voor een klankbeeld dat brozer klinkt dan dat van moderne instrumenten, die Fingers muziek op een meer machinale manier afgehandeld zouden hebben. De laagste snaren van het instrument bezitten een precieze, kernachtige klank die het specifiek goed doet als basis van een gebroken akkoord of dubbelgreep. Op de hoogste snaren moet af en toe net die fractie van een seconde naar de juiste intonatie gezocht worden. Het resulteert in een lyrisch maar toch gespannen klinkend hoogste register.

Hoewel het mooie muziek is die Finger voor twee viola’s schreef, valt het resultaat op deze opname wat tegen, omwille van de over het algemeen betrekkelijk vlakke interpretatie van deze muziek. Dit kan liggen aan de natuur van de basviool zelf, die een tamelijk monochroom palet aanbiedt. Beide uitvoerders gaan echter zelf ook al te snelle tempi of opvallende muzikale gebaren uit de weg. Zo klinkt het ‘Preludium’ waarmee de suite in D opent, gelaten en bezadigd in plaats van trots, waardoor de hele suite vrijblijvend aan de luisteraar voorbij trekt.

Er wordt wel gezocht naar variatie in articulatie en frasering en gewichtige passages - zoals in de zevende sonate - klinken verschillend genoeg van de zangerige momenten uit de ‘Ariosa’, de tweede sonate. De dansen waaruit de suites verder bestaan, bevatten een aantal opwindende momenten, zoals de ‘Guig’ (Gigue) uit beide danssuites maar zulke momenten houden de volledige opname niet levendig genoeg. De ‘Ciaconna’ uit de suite in D majeur is mooie muziek, zoals ciaconnes wel vaker zijn maar springt wat uitvoering betreft ook weer niet echt in het oog. Dat is jammer want het is met zijn lengte van acht minuten een van de langere delen op de cd en toont een zeldzame variatie in tempo en karakter. Het zou een meeslepende uitvoering hebben kunnen krijgen maar Fingers ingetogen en langzame passages klinken hier niet zo veel verschillend van de virtuozere momenten.

De dertiende sonate in G (met bijnaam ‘Furioso’) is de grote uitzondering in dat deze sonate wel met energie en gedrevenheid mag beginnen en zo de algemene, gelaten teneur van de cd doorbreekt (en bovendien de titel van het album voorziet). Deze muziek toont hoe opwindend Fingers stukken zouden kunnen klinken maar besluit meteen ook een cd die voor de rest een stuk vlakker klinkt. Hier worden dan wel instrumenten bespeeld die niet echt evident zijn om te bespelen maar op technisch vlak klinkt deze opname toch zonder meer knap afgewerkt. Meer variatie tussen deze barokke stukken, zoals bijvoorbeeld Ton Koopman doet in een recente cd met muziek van Buxtehude, had deze opname meteen een stuk interessanter gemaakt.

Meer over Gottfried (Godfrey) Finger


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.