St. Louis Blues anno 2003: detective filmmuziek waarin de blazers elkaar een kort motiefje toewerpen en een latinbigband met gitaardistortion als stoorzender in een kolkende chaos. Waarna de dirigent een percussiesolo weggeeft met als instrument zijn eigen buik. En een piano in krakend dissonante pianoakkoorden het thema verborgen blijkt te houden. Om het daarna door te geven aan gitaar en klokkenspel waardoor het geheimzinnig boven het orkest uitzweeft. Vervolgens keert dit hoofdthema terug in een alles verzwelgende bigbandsound met een pompen of verzuipen saxsolo en een gitaarbreak van geritmeerde noise. Of zoiets. Dit is de Armstrongrealiteit van de Flat Earth Society (FES). Het onwelvoeglijk 18-koppig collectief rond Peter Vermeersch dat op deze cd ongedienstig, maar resoluut avontuurlijk met de wereld van Louis Armstrong aan de slag gaat.
FES verandert beurtelings in een groot swingend straatorkest, een New Orleans fanfare of een jaren '30 bigband. Zij het steevast naar de 21ste eeuw geflitst door de elektrische gitaar, bizarre keyboardgeluiden en accordeon. Of zoals in 'Funeral & Binche' waar een schommelende New Orleans begrafenisstoet uitloopt op een oervlaamse harmonie, inclusief klokkenspel en drumband. Waarna iedereen door elkaar begint te lopen en in een asymmetrische maatsoort verder hinkt. Soms gaan de mutaties ook mijlen en jaren verder dan de wereld van Armstrong. Vermeersch en co. laten hem klinken als 'The Godfather', als James Bond in het Indiase Bollywood, of als een Muppet in Bart Maris' 'Intro's': een wervelende combinatie van Armstrong intro's. Gênant mooi klinkt FES als balorkest in het door zangeres Anja Kowalski gearrangeerde 'Lucky Ol'Sun'.
Stilistisch wordt bij de orkestratie vaak gebruik gemaakt van de klassieke bigbandtechniek om het orkest in blokken op te splitsen. Door deze naast elkaar te plaatsen, snel op elkaar te laten inhaken of meteen op elkaar te gooien, worden steeds wisselende arrangementen verkregen. Solistische passages zijn hierbij ondergeschikt aan het groepsgeluid dat soms heel kunstig, soms ook wild en ontstuimig kan zijn. Zoals in '(Little) King Ink': wanneer bas, drum en percussie met een knaller van een beat binnenvallen, komt het primitiefste in het orkest naar boven. Blokken blazers, het lekker mee te brullen refrein en de Nick Cave donkere stem van Tom Wouters zijn niet om zonder leiband los te lopen.
Minpunten? Zeker: de storende imitatie van Armstrongs schuurpapieren stem op de achtergrond van 'Black and Blue', maar vooral de zware tegenvaller 'What a Wonderful World'. Een flauwe orkestbegeleiding en clichématig tokkelend gitaartje steunen de stroeve ritmiek en – alleen hier – slechte dictie van Anja Kowalski. Zelfs het citaat uit het Amerikaans volkslied en het Dopplereffect in de trompetten kunnen de zaak hier niet redden. Dan is de, als 14de track, verborgen en grotendeels vocale versie leuker. Vervormde stemmetjes – van heliumhoog tot reutelend laag – kwelen het nummer op dezelfde gitaarbegeleiding als voorheen. Dat de geest van Frank Zappa zo even grijnzend langskomt, doet enorm deugd. Wat dit nog met Armstrong te maken heeft? Wat doet dat er toe. In 2003 is er Vermeersch' FES en daar kan nu beter van genoten worden.

Meer over FES


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.