Componisten van aan het begin van de twintigste eeuw kan men ruwweg onderverdelen in modernisten die de grenzen van wat mogelijk en aanvaardbaar was steeds verder verlegden en meer traditiegetrouwe tijdgenoten. Eigenzinnige componisten had men bij die modernisten bij hopen maar bij traditiegetrouwe componisten sloegen weinigen zo bewust hun eigen weg In als Ermanno Wolf-Ferrari (1876-1948) een Venetiaan van gedeelde Duits-Italiaanse afkomst. Wolf-Ferrari's muziek wordt dan ook gewoonlijk omschreven als neobarok of neoclassicisme maar die term dekt zijn muziek maar gedeeltelijk want Wolf-Ferrari imiteerde nooit zomaar de voorbeelden van de achttiende eeuw. Wel schreef hij onomwonden mooie, tonale muziek die schoonheid puur en zuiver voorop zette. Als Wolf-Ferrari vandaag nog herinnerd wordt, is het vanwege een handjevol concerti voor blazers die hij naar het einde van zijn leven toe schreef. Nochtans waren Wolf-Ferrari's twaalftal opera's erg succesvol tijdens zijn leven en werden ze zowel in Duitsland als in Italië enthousiast onthaald. Reden genoeg dus om Wolf-Ferrari's muziek van meer naderbij onder de loep te nemen, zo moet dirigent Friedrich Haider gedacht hebben en op deze opname presenteert hij een selectie van ouvertures, symfonische suites en andere orkestwerken van hem.
Zuivere lyriek, dat is wat er meteen aan Wolf-Ferraris muziek opvalt. Hij orkestreert dankbaar en met een eindeloos frisse zin voor melodie die typisch Italiaans genoemd mag worden. Dat het resultaat soms op filmmuziek lijkt, hoeft niet te verbazen maar deze muziek is veel delicater. Een episch, hoogdramatisch aspect is Wolf-Ferrari volslagen vreemd en zijn muziek is trouwens ook brozer geïnstrumenteerd. Karakterstukjes als het ritornello uit 'Il Campiello' zijn in hun begeleiding en zelfs in hun meerstemmige passages solistisch en dunnetjes georkestreerd. Verschillende muzikanten van de Oviedo Filarmonia mogen stevig uit de hoek komen en zingen prachtig op Wolf-Ferraris aantrekkelijke frases en melodieën. Vooral het vierdelige 'Divertimento' opus 20 klinkt erg mooi, met een gelaten 'Siciliana' als langzaam deel, een opgewekte finale en een variatiereeks die tegelijkertijd ontzettend klassiek en onmiskenbaar twintigste-eeuws klinkt.
Ook erg goed geslaagd zijn passages in de strijkers. Wolf-Ferrari voelt een strijkersectie instinctief aan en schrijft er dan ook erg goed voor en deze opname bewaart al het persoonlijke karakter dat deze muziek behoort te bezitten. Jammer is enkel dat de balans soms wat artificieel werd aangepast: sommige blazers schieten soms wat al te duidelijk en al te onnatuurlijk naar voren. Maar dat is dan eerder een bemerking op de opnamekwaliteit en niet zodanig op de kwaliteit van de uitvoering.
Het simplisme waarvan iemand als Francis Poulenc vaak een stijlkenmerk maakt blijft achterwege, net als satirische verwijzingen naar vroegere stijlperiodes. Satire is Wolf-Ferrari vreemd: als deze muziek humoristisch klinkt, zoals de exuberante ouverture tot 'Il Segreto di Susanna' zeker doet, dan is het met een soort van vrolijke ingesteldheid die aan Mozart of Johann Strauss doet denken. Dat dit trouwens geen goedkope muziek is, bewijst diezelfde ouverture, die bedrieglijk eenvoudig overkomt maar geen noot teveel laat horen en vier verschillende melodieën op geraffineerde manier met elkaar combineert. Eerlijkheid in expressie en uitvoering, dat is een goede manier om deze plaat samen te vatten. Dirigent Friedrich Haider maakte het tot zijn missie om Wolf-Ferraris orkestmuziek te herwaarderen en met een mooie, zuivere cd als deze mag hij dar zeker in slagen!
Meer over Ermanno Wolf-Ferrari
Verder bij Kwadratuur
Interessante links