Edvard Grieg schreef een klein en bescheiden oeuvre bij elkaar, maar dankzij het succes van zijn piano concerto en de toneelmuziek bij Gibsens toneelstuk 'Peer Gynt' bleef zijn naam algemeen bekend. Op deze cd presenteert de Estse dirigent Paavo Järvi enkele van Griegs minder beroemde orkestwerken, allemaal dansen, al dan niet gestileerd en in een 'ernstige' klassieke vorm gegoten. De 'Symphonic Dances' vormen een vierdelige suite van volksmuziek in symfonische vorm gegoten, terwijl de vier 'Noorse dansen' ontspannende en volkse miniatuurtjes zijn. De suite 'Uit Holbergs Tijd' – Holberg, de Molière van het Noorden, was een Noorse auteur uit de vroege achttiende eeuw - is romantiek met een achttiende-eeuws kleedje aan.

Wie Oost-Europese orkesten nog geen tien jaar geleden hoorde spelen, kan zich alleen maar verbazen over de transformatie die zich heeft voltrokken achter het voormalige ijzeren gordijn. Waar vroeger de nadruk lag op eerder gezapige, wat dik klinkende uitvoeringen en de blazers steevast het zwakkere broertje van de strijkers waren, klinkt een orkest als het Estonian National Symphony Orchestra nu op het niveau van de betere West-Europese of Amerikaanse orkesten. Want dit is een heel aanstekelijke plaat geworden, met een orkest dat zichzelf honderd procent in deze muziek gooit. En dan denken we vooral aan de vinnige houtblazers, die met snelle loopjes en figuraties de dansen vlot beluisterbaar maken. De strijkers spelen transparant en scherp, met hoekige fraseringen die deze dansmuziek feestelijk maar pretentieloos brengen.

Het verschil tussen de werken onderling op deze plaat brengt Paavo Järvi subtiel aan. De vier 'Symphonic Dances' worden met passende orkestrale grandeur gebracht. De eerste maten van de laatste dans klinken dreigend en zwaarmoedig, met een stevige kopersectie die niet zou misstaan in een Bruckner-symfonie. Griegs vier Noorse dansen blijven echter een volkse eenvoud bewaren. Järvi besteedt hier aan trage gedeeltes niet teveel dramatiek. Hij zorgt dat het tempo steeds vlotjes blijft doorlopen, terwijl mooie trage volksmelodieën niet worden uitgemolken maar een natuurlijke frisheid blijven bewaren. Zelfs Griegs twee 'Elegische Melodieën', blijven vloeien, muzikaal gesproken, al heeft dit meer met de frisse klank van de strijkers dan met het tempo te maken, dat hier vrijer en trager wordt genomen. Een uitgesproken folkloristisch karakter heeft dan weer de viool solo in het laatste deel van de Holberg suite, al was dit misschien niet meteen de bedoeling.

Paavo Järvi heeft goede en minder goede cd's afgeleverd, maar met dit soort muziek heeft hij duidelijk zijn niche gevonden. De variatie die hij tussen de verschillende werken kan aanbrengen is groot genoeg om de opname blijvend interessant te houden. Bovendien speelt het orkest erg goed en gemotiveerd, met sterke blazers en jeugdige, frisse strijkers. Zeker de moeite waard om eens uit te proberen...

Meer over Edvard Grieg


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.