Tussen de beide vioolconcerti van Dmitri Shostakovich ligt een interval van twintig jaar. Beide werken droeg hij op aan de virtuoos David Oistrakh, die de eerste winnaar was van wat toen de Internationale Muziekwestrijd Eugène Ysaye heette en later de Koningin Elisabethwedstrijd zou worden. Uit de jongste Elisabethwedstrijd voor viool – waarin opvallend veel finalisten voor Shostakovich kozen – kwam de Armeniër Sergey Khachatryan als winnaar naar voren. Die heeft bij het Franse label Naïve recent Shostakovich' beide concerti uitgebracht, daarin begeleid door het Orchestre National de France en dirigent Kurt Masur.

Aanvankelijk voltooide Shostakovich zijn eerste vioolconcerto in 1947. Net zoals dat bij vele andere van zijn composities het geval was, bleef hij er samen met David Oistrakh aan schaven tot het uiteindelijk in première ging werd in 1955. Het openingsdeel, dat de titel 'Nocturne' meekreeg, baadt in de onbestemde sfeer die ook in vele van Shostakovich' symfonieën terug te vinden is. Intieme lyriek is ongetwijfeld aanwezig, maar tegelijkertijd krijgen motieven zelden de kans om zich helemaal te ontwikkelen. Een totaal contrast vormt het scherzo, waarin de duivelse virtuositeit het uiterste eist van de solist. Sergey Khachatryan overwint die technische hindernissen moeiteloos. Net daarom is het zo jammer dat Kurt Masur en zijn orkest zich wat te veel op de achtergrond houden, waardoor de echte vonken uitblijven. Masur zit even later wel op het spoor van Khachatryan in de tragische, bijna deprimerende leegte van het passacaglia. Met de doorleefde kleuren die hij uit zijn troepen haalt, creëert hij een klankwereld waarmee de solist door merg en been gaande dialogen kan voeren. Met dit in het achterhoofd is het opnieuw spijtig dat in het openingsdeel van het tweede concerto, dat in een gelijkaardige droefheid baadt, het orkest weer te braaf en initiatiefloos uit de hoek komt. Gelukkig is er nog Khachatryan, die met zijn brede, lyrische toon perfect aansluit bij de pathos die Shostakovich wil bereiken. Pas in het slotdeel van dit concerto – dat over de ganse lijn wat klassieker en minder virtuoos klinkt dan het eerste – vinden Masur en Khachatryan elkaar terug. Na een langzaam, ingetogen thema van de soloviool ontwikkelt zich een bijna ratelend Allegro dat teruggrijpt op eerder materiaal uit het concerto. Masur heeft vooral aandacht voor de sterke ritmische accenten, die het hele deel als het ware onhoudbaar vooruit stuwen. In dit perpetuum demonstreert Khachatryan opnieuw zijn verbluffende virtuositeit, waarbij zelfs binnen dit razende tempo elke noot parelend precies klinkt.

Sergey Khachatryan bewijst met beide knappe uitvoeringen dat hij Shostakovich' concerti tot in de puntjes beheerst. Een wat attenter orkest had deze cd zonder twijfel naar een nog hoger niveau kunnen tillen.

Meer over Dmitri Shostakovich


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.