Met 'Cripple Crow' brengt Devendra Banhart een lang album uit dat afklokt op een ruime vierenzeventig minuten. Wat de luisteraar voorgeschoteld krijgt, is oerdegelijke, neo-folk vol bubbelende vreugde. Waar Banhart vroeger meer als een soloartist geprofileerd werd, komt er nu meer een groepsgeluid naar voren. Hij nodigde ook een rits van gastzangers uit de neo-folkgemeenschap uit om verblijd mee te komen zingen zoals Joanna Newsom, Coco Rosie en Antony and the Johnsons. Zijn teksten zitten vol van zijn typische naïeve, olijke rijmpjes, maar zijn coherenter. In vijf nummers is Spaans de voertaal. De nummers worden op 'Cripple Crow' steevast ingekleurd met piano, violen, fluiten, tablas en meer rockgerichte drums, naast natuurlijk de onmisbare akoestische gitaar.
Het eerste nummer, 'Now That I Know', zou nog steeds gemakkelijk op één van de vorige platen hebben kunnen staan. Een eenvoudig tokkelend gitaar wordt aangevuld met een cellopartij die een zangerige tweede stem speelt bij Banharts vocalen. Zijn stem wordt ondergedompeld in reverb en klinkt breekbaarder dan ooit. Lyrische en poëtische teksten zijn de man niet vreemd: Heaven awaits / We're making our last stand / Glory bound and sparrow in our hand. Dat Banharts teksten soms ook activerend willen zijn, is duidelijk in
'Heard Someday Say', een bittere aanklacht van een late hippie tegen de Irakoorlog. Een verdronken piano opent het nummer. De drums vallen in met een eenvoudig rockpatroon vol knullige fill-ins. Een engelenachtergrondkoor versterkt Banharts eigen zang. De tekst is zo recht voor zijn raap dat zelfs Amerikaanse machthebbers geen problemen zouden mogen hebben met de grammatica: "Heard somebody say the war ended today/ But everybody knows it's going still / It's simple / We don't want to kill".
Het breed uitgewaaierde kleurenspectrum manifesteert zich ook in 'Long Haired Child', een escapade naar de hippierock. Droge drums en gitaar blijven hetzelfde ritme beuken terwijl in de achtergrond een Jimi-Hendrix-solo rondspookt. In 'Lazy Butterfly' domineert Banharts liefde voor Indië in de vorm van mediterende tablas en een zeurderige sitar.
Het probleem bij Devendra Banhart is lengte. 'Cripple Crows' bevat onmiskenbaar enkele etherische pareltjes, maar is ook te lang. Ook wanneer de nummers te lang worden, komt de verveling dreigend om de hoek kijken. Toch is 'Cripple Crows' een plaat die menigeen zal beroeren tot koude rillingen toe. De hype zet zich door, terecht.
Meer over Devendra Banhart
Verder bij Kwadratuur
Interessante links