Hoeveel jazzformaties durven zich tegenwoordig nog expliciet te profileren als “een laboratorium”, een ruimte waar wordt geëxperimenteerd? Het gaat vandaag de dag overal slecht met de verkoop en avant-garde heeft de kassa zelden luid laten rinkelen. Kortom kan het Cel en Tom Van Overberghe, vader en zoon die samen de helft van het CO2 Quartet vormen, niet om de centen te doen zijn geweest toen ze Kring Heilig-Hart in Sint-Amandsberg betraden en in dat zaaltje, dat doorgaans voor meer banale zaken wordt afgehuurd, ombouwden tot de crime scene van hun aanslag op de jazztraditie. Met een jazzsaxofonist als vader en levende legende Fred Van Hove als oom kreeg Tom Van Overberghe de vrije improvisatie als het ware met de paplepel ingegoten. In de zoektocht naar muzikale kompanen was Paul Van Gysegem, hier te horen op contrabas en cello, een evidente keuze, gezien zijn verwantschap met vader Overberghe die bijna een halve eeuw teruggaat in de tijd. Als drummer vervolledigt Giovanni Barcella het kwartet, met verfrissend en pittig drumwerk waarmee hij zich probleemloos een plek verovert in het dikwijls overvolle geluid van de band.
‘Intersections’ bevat drie tracks, in totaal goed voor bijna een uur muziek. Zijn titel heeft de plaat niet gestolen: de kwartetleden kruisen elkaar inderdaad voortdurend en verwerken elkaars materiaal de hele tijd op een ongrijpbare, abstracte manier. De proefbuis die dit album is, stopt pas na de laatste noot definitief met pruttelen. Non-stop is er contact tussen de leden,die nu eens tegendraads, dan weer meegaand de sfeer van hun compagnons infiltreren. Openingsnummer ‘I Remember Sergio’ is duidelijk het sterkste van het album: Tom Van Overberghe laat een onheilspellende solo uit zijn gitaar opstijgen, Van Gysegem pulkt, strijkt en krast zijn instrument schijnbaar naar de vaantjes, vader Cel jankt en krijst alsof het een lieve lust is en Barcella is de attente ritmische motor van het anti-utopische muzikale tafereel. In ‘Ill Wind’ gaat het kwartet verder op ditzelfde allooi, hoewel de luisteraar hier niet met dezelfde intensiteit in de collectieve improvisatie wordt meegezogen. Helemaal moeilijk wordt het volgen in titelnummer ‘Intersections’: hoewel de musici van nul terug beginnen en het nummer heel aanschouwelijk ontwikkelen, is het moeilijk om na een half uur nog de volle aandacht op te brengen en mee te gaan in het verhaal.
Als album kan men ‘Intersections’ week na week blijven draaien, zonder dat het werkstuk aan mystiek inboet. Telkens weer wordt de luisteraar gefrappeerd door de directheid waarmee de musici hun eigen gang gaan, zonder de anderen uit oog en oor te verliezen. De vindingrijkheid en het vernuft waarmee evidenties worden omspeeld, fascineert iedere keer weer door andere details. Toch ontroert het CO2 Quartet slechts sporadisch, misschien omdat de luisteraar tussen het muzikale geweld door amper ruimte krijgt om te ademen. En wie tijdens het verorberen van deze zware kost eenmaal de draad is verloren, heeft weinig kans die onderweg opnieuw op te pikken.