Francesco Cavalli (1602-1676) staat bekend als operacomponist, een van de mensen die samen met Claudio Monteverdi die de barokke opera haar definitieve vorm gegeven heeft. De werken die Cavalli in andere genres componeerde, vallen dus snel al wat meer in de vergetelheid. Cavalli’s religieuze oeuvre is bovendien tamelijk klein en beperkt zich tot een collectie ‘Musiche Sacre’, een ‘Requiem’, enkele motetten en deze ‘Vespro della Beata Vergine’.
Het muzikaal toonzetten van de (Maria)vespers, een reeks van vijf uitgekozen psalmen met bijhorende antifonen, was een wijd verspreide praktijk in het Italië van de zeventiende eeuw. Het bekendste voorbeeld zijn Monteverdi’s ‘Vespro della Beata Vergine’ uit 1610 en Cavalli’s equivalent, uit 1656 volgt grotendeels hetzelfde stramien, met een de standaardopening ‘Deus in Adiutorium’, die gevolgd wordt door een afwisseling van vijf psalmzettingen in oude, polyfone stijl en vijf instrumentale ‘canzones’, afgesloten door een ‘Ave Maris Stella ‘ en een ‘Magnificat’. De huidige dubbel-cd is een heruitgave van een opname die meer van vijftien jaar geleden gemaakt werd, in 1994, door Concerto Palatino, gemakkelijk het meest gerenommeerde ensemble dat zich met dit repertoire bezig houdt.
Cavalli’s vespers laten niet dezelfde stilistische variatie horen waar Monteverdi in zijn vespers mee uitpakt, maar de muziek zelf is zonder meer de moeite waard, van het opvallend chromatische ‘Domine ad adiuvandum’ tot Cavalli’s zetting van het ‘Magnificat’, een zetting die niet dezelfde afwisseling toont als bij Monteverdi maar met zijn zeventien minuten lengte een imposant stukje muzikale architectuur vormt.
Hoewel veel zeventiende-eeuwse muziek is uitgegeven voor relatief kleine bezetting, werd de instrumentatie in de praktijk meestal sterk uitgebreid, waar mogelijk althans. Op die manier werd hier dus voor eveneens een rijkelijke instrumentatie gekozen, met twee cornetti, acht trombones, twee violen en continuo-instrumenten. De zangstemmen blijven in de regel echter enkel bezet. De instrumentale ‘Canzone’ zijn geordend volgens een steeds groter wordende bezetting, van een ‘Canzon a 3’ voor twee violen en continuo na de eerste psalm ‘Dixit Dominus’ tot een ‘Sonata a 12’, voor de voltallige instrumenten helemaal aan het eind van de vespers. De instrumentale uitvoeringen zijn zonder meer prachtig, met een vlekkeloos samenspel maar vooral een expressieve, vocaal gedachte manier van spelen op Cavalli’s melodielijnen.
Het componeren in dialoog, met twee ‘koren’ van instrumenten of zangers die tegen elkaar uitgespeeld worden, was een techniek waar Cavalli goed mee vertrouwd was. De componist was niet voor niets zestig jaar lang verbonden aan de San Marcokathedraal in Venetië en kende dus het werk van oudere componisten als Willaert en Gabrieli goed, iets wat zowel in de instrumentale stukken opvalt als in de psalmzettingen. Het is overigens niet de eerste keer dat een uitgave die al vijftien jaar of ouder is, een lijst solisten laat zien die leest als een who’s who in de barokke zangwereld. Op deze opname zongen onder meer sopraan Emily van Evera of altus Gerd Türk en tenor Mark Padmore mee, naast tenor Markus Brutscher of bas Harry van der Kamp. Het resulteert in heldere, expressieve zangpartijen met een bewonderenswaardig goed verstaanbare dictie.
Deze heruitgave van een van de hoogtepunten uit de vroege Italiaanse barok wordt aantrekkelijk gepresenteerd op dubbel-cd. Dankzij de indrukwekkende instrumentale en gevoelige vocale prestaties is dit vandaag de dag nog steeds een van de meest onderhoudende opnames van Francesco Cavalli’s boeiende muziek.