Brahms schreef maar vier symfonieën maar ze behoren alle vier tot het kernrepertoire van elk symfonisch orkest. Waar de eerste symfonie lang en moeizaam ontstond, daar is de veel meer zonnige tweede het product van een kort en vlot compositieproces tijdens de zomermaanden van 1877 die Brahms in het Karinthische kuuroord Pörtschach doorbracht. Het London Philharmonic Orchestra presenteert beide symfonieën onder leiding van Vladimir Jurowski in deze live-opname en omdat ze net niet op één enkel cd'tje pasten is het een dubbel-cd geworden.

Jurowski houdt van een vlotte aanpak en dat toont zich meermaals in de eerste symfonie. De iconische alpenhoornsolo in de finale schalt het bijvoorbeeld vlotjes uit, zonder het Bruckneriaans bombast dat sommige andere uitvoeringen kenmerkt. De inleiding van het eerste deel is geen heldhaftige strijd maar bezit een zekere vaart die rechtstreeks naar het erop volgende 'allegro' leidt. Het scherzo klinkt een klein beetje gezapig - de middensectie in het bijzonder bezit niet het dringende gevoel dat het anders wel heeft - maar de finale krijgt van Jurowski een sterke zin voor muzikale architectuur mee. Het orkest speelt genereus en breed - dat is weinig verrassend gezien het warme karakter van het hoofdthema - maar de hele finale klinkt overzichtelijk en toegankelijk.

De strijkers van het London Philharmonic Orchestra vallen op met een zijdezachte, soms lichtjes hese klank. Er zit zelfs iets sensueels in de manier waarop ze bepaalde frases en wendingen uitvoeren. De gevoelige maar zelfzekere vioolsolo uit het langzame deel van de eerste symfonie mag zeker ook vernoemd worden. De houtblazers van het orkest kunnen een net zo aparte, mooie klank tevoorschijn toveren, zoals ze in de beginmelodie van het scherzo van de tweede symfonie bewijzen. De blazersgroep klinkt transparant en kamermuzikaal, iets wat lang niet elk orkest gegeven is.

De tweede symfonie wordt door net zo een vlotte aanpak gekenmerkt. Het eerste deel, dat zo vaak aan magistraal langzaam tempo voortkruipt, klinkt hier als een echte (weliswaar langzame) wals. Juruwski houdt afwijkingen van zijn basistempo, in de elders vaak dubbel zo traag gespeelde coda bijvoorbeeld, tot een minimum. Een machtiger gespeeld langzaam deel heeft zeker ook charme maar deze tamelijk vlotte interpretatie van het donkere, warme tweede deel houdt zeker even zeer steek. De finale, tot slot, wordt op snelheid en niet op kracht gespeeld en vat dus, zoals de criticus Edouard Hanslick na de eerste uitvoering opmerkte, perfect de speelse geest van Haydns muziek.

Dat maakt van deze twee Brahms symfonieën bijzonder overtuigende uitvoeringen. Jurowski inspireert het London Philharmonic Orchestra op deze live opnames tot soepel gespeelde, meeslepende uitvoeringen die zonder schroom de vergelijking aankunnen met John Eliot Gardiners prachtige en recente live-opnames (Soli Deo Gloria SDG 702, 703 en 704).

Meer over J. Brahms


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.