In 1865 stierf Johannes Brahms' moeder. Het was een verlies dat de componist acuut voelde en de creatieve impuls gaf tot het componeren van een 'Duits' requiem. Het is geen zetting van de traditionele, Latijnse en katholieke requiemmis maar een reeks toonzettingen van Bijbelteksten in Duitse vertaling. Brahms had al eerder, na de dood van de componist Robert Schumann, met het idee gespeeld om Bijbelse teksten rond treurnis, verlies en rouw op muziek te zetten en tussen 1865 en 1868 verzamelde Brahms de zeven uiteindelijke bewegingen van het 'Deutsches Requiem'. De Hamburgse componist bleek aangenaam verrast wanneer hij ontdekte dat Robert Schumann zelf met een gelijkaardig idee had gespeeld, dat hij ook dezelfde titel wilde meegeven.

Deze recente opname werd verzorgd door het Münchner Rundfunkorchester en het Münchener Bach-Chor, onder leiding van dirigent Hansjörg Albrecht en stelt een erg symfonische, breed gespannen Brahms voor. Een van de eerste zaken die hier opvallen is dat de dynamische verschillen op deze opname bijzonder groot zijn, van een muisstil begin van het requiem tot een overweldigende orkestklank in de fuga’s waarmee het derde en zesde deel afsluiten. Hansjörg Albrecht laat vaak een voorliefde horen voor langzame tempi. Dit is niet toevallig een Brahms in de Duitse symfonische traditie, die zwaar en ernstig genoeg moet klinken. Die langzame tempokeuze werkt soms beter dan anders: het 'Selig sind, die da Leid trager' wordt zo langzaam gespeeld dat het niet zelden de lijn van de harmonie breekt en zelfs in zijn climax nogal terughoudend overkomt. Waar de muziek ruimte krijgt om zich rustig te ontplooien, is het resultaat daarentegen vaak magistraal, zoals wanneer Albrecht zijn orkest laat aanzwellen tot een indrukwekkende ‘forte’ in het tweede deel.

Er werd voor onversneden operastemmen gekozen om het ‘Deutsches Requiem’ vorm te geven. Sopraan Ruth Ziesak zingt haar solo in ‘Wie lieblich sind deine Wohnungen’ alsof ze een aria uit Richard Strauss’ ‘Rosenkavalier’ aan het vertolken is, suikerzoet en erg expressief maar niet met de ingetogenheid die men doorgaans met dit requiem vereenzelvigd. Bariton Konrad Jarnot is geen onbekende op het OEHMS platenlabel en zet een machtige vertolking neer, donker van stemkleur en net een beetje zwalpend op lyrische frases. Het is alsof Wotan eventjes uit Wagners ring-cyclusstapt om Brahms te komen zingen maar het houdt ook een deel als ‘Ihr habt nun Traurigkeit’ bewogen en hoogst dramatisch.

‘Een werk dat alleen door een eersteklas begrafenisondernemer geschreven had kunnen zijn’, aldus beschreef een vijandige George Bernhard Shaw het ‘Deutsches Requiem’ toen hij het voor de eerste maal hoorde en van die ernst en zwaarwichtigheid wordt wel wat bewaard op deze opname. Wie dus een oerklassieke Brahms wil horen, uitgevoerd door groot orkest en even groot koor, kan niet verkeerd gaan met deze recente opname. Wie liever wat lichters heeft, ergert zich misschien aan de bijtijds langzame tempi van dirigent Hansjörg Albrecht maar niemand kan ontkennen dat de grandioze koorfuga’s, in de magistrale stijl van een oratorium van Händel, een blijvende indruk achterlaten.

Meer over Johannes Brahms


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.