Als jonge violist voelde David Grimal zich al sterk aangetrokken tot de Sonates en Partita's voor viool van Johann Sebastian Bach. Een live-opname van de integrale cyclus vloeide voort uit deze interesse en verscheen in 1999 bij Transart. Toch bleef Grimal op zijn honger zitten: naar zijn gevoel was hij er nog niet in geslaagd de essentie van Bachs muzikale taal te vatten. Voor zijn meest recente opname van bovengenoemde meesterwerken ging hij dan ook op zoek naar het wezen van Bachs muziek.
Cruciaal in deze queeste waren enkele ontmoetingen met de hedendaagse componisten Viktor Kissine en Brice Pauset. Deze laatste componeerde op vraag van Grimal een 'Kontrapartita', die zijn visie op de sonates en partita's van Bach reflecteert en die ook in dit album is opgenomen. Dankzij de raadgevingen van beide componisten slaagde Grimal erin om als het ware in de muziek te kruipen en de composities niet vanuit de interpretatie van de uitvoerder, maar vanuit de muziek zelf te benaderen. De nadruk ligt in deze opname dan ook op de formele eigenschappen: de structuur en vooral de retoriek van Bachs composities. Een belangrijk aspect is bijvoorbeeld het verschil in klankkleur en dus ook in de emoties die uitgaan van de verscheidene toonaarden. Zo klinkt de toonaard C sereen, E helder, a eerder rustig en koel, en b wat somberder. Al deze verschillende kleuren komen in deze opname tot hun recht dankzij de specifieke stemming die Grimal hier gebruikte: hij koos voor een 'wohltemperierte' stemming, waarbij alle tertsen, kwarten, kwinten en octaven reine intervallen zijn. De vergrote kwart, verkleinde kwint en septiem zijn bijgevolg dissonant.
Ook timing, het leggen van de juiste accenten op het juiste moment, speelt in Bachs retoriek een belangrijke rol. De expressieve kracht van Bachs composities zit immers voor een groot deel verweven in het ritme en de puls van de muziek. In dit opzicht zorgde een optreden van de Finse gitarist Timo Korhonen bij Grimal voor een verhelderend inzicht. Tijdens het concert speelde de gitarist één van Bachs sonates voor viool, maar dan op gitaar. Omdat het op dit instrument onmogelijk is de akkoorden lang aan te houden, koos Korhonen ervoor om de emoties van de muziek uit te drukken door gebruik te maken van een zeer subtiele timing. Dat deze ontmoeting bevrijdend werkte voor Grimal is duidelijk hoorbaar op deze cd: de plaatsing van de noten en accenten komt heel natuurlijk over.
Een bijzonder – en aanvankelijk bevreemdend – element aan deze opname is de klank van de viool. Grimal speelt immers niet op een barokke viool, maar op een Stradivarius uit 1710 met metalen snaren en met een Tourte-boog uit het begin van de 19e eeuw. Hij koos dit vooral vanuit praktische overwegingen: de darmsnaren ontstemden steeds op zijn 'moderne' viool en vergden ook andere grepen. Hierdoor mis je als luisteraar wel de warme klank van de darmsnaren, maar anderzijds went de heldere en meer metalige klank heel snel. Het geeft Bach een frisse toets en hindert de expressie van zijn werken bovendien niet.
Het verschil tussen Grimals twee opnames van Bach sonates en partita's is treffend. Terwijl hij in de eerste opname nog wat onwennig tegenover de muziek stond, hoor je in dit album duidelijk een ervaren en gedreven muzikant aan het werk. Als extraatje kan je hem op de bijgevoegde DVD van heel dichtbij aan het werk zien tijdens de opname van de tweede partita in de opera van Dijon. Een verrijkende ervaring!
Meer over Bach / Pauset
Verder bij Kwadratuur
Interessante links