Op kerstdag van het jaar 1999 begon John Eliot Gardiners ‘Bach-cantate pelgrimstocht’, een integrale uitvoering van (bijna) alle religieuze cantates van Johann Sebastian Bach. De bedoeling was om voor het jaar 2000, de tweehonderdvijftigste verjaardag van Bachs sterfdatum, elke cantate te spelen op hun passende plaats in het liturgische jaar, in een reeks kerken en kathedralen in Europa en Amerika. Die concerten werden ook opgenomen en de eerste uitgave (SDG 101) dateert al uit 2004. Nu, zes jaar later en passend in de kerstperiode, keert John Eliot Gardiner om de reeks af te sluiten terug naar de allereerste concerten uit de pelgrimstocht, in dit achttiende volume van Bachs cantates.

Op de cd staan dus twee cantates die voor kerstdag geschreven werden (BWV 63 en 191), twee voor het feest van de openbaring (Driekoningen, om het gemakkelijk te maken, het zijn cantates 65 en 123) en drie cantates voor de zondag daarna (BWV 154, 124 en 32). Gardiners pelgrimstocht begon in Bachs eigen streek en de concerten op kerstdag en Driekoningen werden in de Herderkirche en de Nikolaikirche van Bachs eigen Weimar en Leipzig opgenomen terwijl BWV 154, 124 en 32 in de St. Jacobikirche in Hamburg opgevoerd werden.

The English Baroque Soloists staan zoals steeds garant voor knappe solistische prestaties. Een traversosolo in cantate 123 (in de aria ‘Lass, o Welt, mich aus Verachtung’) blijft heerlijk lang duren in zijn strak gecontroleerde tempo. De trompetten waarmee de twee kerstcantates opgefleurd worden maken zoals steeds een goede indruk, ook al is de muziek voor cantate 191 het best bekend als onderdeel van het ‘Gloria’ uit de ‘h-moll Messe’. De enorm uitgebreide slotkoraal uit cantate 63 is een voorbeeld van hoe vindingrijk Bach zowel met oude, vastgelegde koraalmelodieën als met de (beperkte mogelijkheden van) koperblazers uit zijn tijd omsprong, op een manier die zelfs bekende tijdgenoten als Johann Friedrich Fasch of Jan Dismas Zelenka hem niet na konden doen. De hoogst virtuoze melodielijnen in het openingskoor van cantate 124 zijn een feest voor de hoboïsten, die bijna een soloconcerto voorgeschoteld krijgen. Het enige kleine minpuntje is de wat trage kijk op het eerste deel uit cantate 65, waar het majestueuze tempo dat Gardiner kiest wat sloom aanvoelt vergeleken met de feestelijke inhoud van de tekst en de kleurrijke orkestratie van twee blokfluiten, twee corni da caccia en twee oboe ca caccia.

Het cd-hoesje presenteert de solisten van de drie concerten allemaal samen en dus is het moeilijk om uit te vissen wie precies welke aria zingt. Zeker is dat het gezelschap de grote kwaliteit van Gardiners vocale solisten perfect illustreert en leest als een who’s who in de barokwereld. Christoph Genz en James Gilchrist vertolken elegante, soepele tenorpartijen en bassen Dietrich Henschel en Peter Harvey zijn bekend genoeg in deze Bach-reeks. Onder elkaar hebben ze zeker aan de helft van deze opnames meegewerkt. Sommige stemmen laten zich meteen herkennen, zoals de donkere stem waarmee Bernarda Fink de altpartij in cantate 63 vertolkt. Het Monteverdi Choir blijft een uitgelezen koor om deze Bach cantates zowel helderheid en verstaanbaarheid mee te geven als ze imposant te doen klinken. Als feestelijk eindejaarsgeschenk en uitbundige afsluiter van deze indrukwekkende reeks cd’s, kan deze uitgave zeker tellen.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.