Naxos is al een tijdje bezig met het verzameld werk van Arnold Schoenberg op cd uit te brengen. Op dit vierde volume staat een van Schoenbergs belangrijkste atonale symfonische werken: de Variaties voor Orkest op.31. Daarnaast voert dirigent Robert Craft ook Schoenbergs innovatieve Serenade voor zeven instrumenten (klarinet, basklarinet, gitaar, mandoline, viool, altviool en cello) en bas uit, en enkele van Schoenbergs orkestraties van fuga's en koraalmelodieën van Johann Sebastian Bach.
De Serenade is een van de meest verrassende werken die Schoenberg schreef. De bezetting staat garant voor een warme en zinderende klankwereld, die nog versterkt wordt door vele glissandi en fluittonen in de strijkers en 'Flatterzungen' in de blazers. Dit is een van Schoenbergs meest exuberante en minst donkere werken. De muzikanten van het Twentieth Century Classics Ensemble doen deze muziek alle eer aan, met een combinatie van uitbundigheid hier en lichte ingetogenheid daar. Zo is het contrast tussen het openingsdeel, of het dansende vijfde deel, en de trage passages in tweede of zesde deel, bijzonder groot. In de trage passages valt een mooie, zangerige klarinet op, terwijl violist Rolf Schulte een heel ijle, kristalheldere klank ten gehore brengt. Bas Stephen Varcoe zingt met een wat ingehouden stem, die soms net niet naar Sprechstimme overgaat, en de dramatiek in de tekst van Petrarca soms een beetje doet verliezen. Hij zingt echter wel erg accuraat en verstaanbaar, en mengt goed met de zeven andere muzikanten van het ensemble.
De Variaties zelf worden met een mooie combinatie van tederheid en energie gebracht, zodat het contrast tussen sommige variaties onderling ten top gedreven wordt. Sterke soloprestaties bij de blazers van het orkest geven enkele variaties – de serene derde, of de doorzichtige zesde – een stevig karakter. Snelle delen worden bovendien met een strakke ritmiek gespeeld, wat erg vlot overkomt. Craft houdt zijn orkest zo transparant mogelijk, en een aandachtige luisteraar heeft geen enkele moeite met het volgen van de afzonderlijke inzetten of ritmiek.
De mooiste verrassing van de cd komt echter aan het einde, in de vorm van Schoenbergs erg knappe orkestraties van Bachs muziek. In de prachtige St Anna- fuga, een vijfstemmigs tripelfuga, een van de meest uitgewerkte die Bach schreef, bootst Schoenberg erg getrouw de orgelklank van het origineel aan. In een fuga die begint met het gelijke timbre van vier klarinetten, klinkt elke nieuwe, hechte combinatie van blazers die Schoenberg aan zijn groeiende ensemble toevoegt, alsof een organist een nieuw register opentrekt. De andere orkestraties (van twee koraalmelodieën: 'Schmücke dich, O liebe Seele' en 'Komm, Gott Schöpfer, heiliger Geist') zijn minder indrukwekkend, maar hoe dan ook mooi, al kan men zich afvragen of Bachs muziek wel gediend is met harp, celesta, cimbalen of klokkenspel op de achtergrond.
Dit is een geslaagde cd: de serenade wordt lyrisch en verstaanbaar gebracht – en niet als een zwaar op de maag liggende brok dodecafonie. Het orkest levert een sterke prestatie - al moeten we toegeven dat Schoenbergs orkestraties van Bachs muziek ons veel directer aanspraken dan de hoogst gecondenseerde en complexe Variaties.
Meer over Arnold Schoenberg
Verder bij Kwadratuur
Interessante links