Boccacio's verhaal van Griselda, de gemalin van Gualtieri, markies van Saluzzo, die door haar man aan eindeloze beproevingen onderworpen wordt maar uiteindelijk, dankzij haar deugd en vastberadenheid zegeviert, werd in de vroege achttiende eeuw letterlijk tientallen keren op muziek gezet. Vivaldis opera uit 1735 werd voorafgegaan door meer dan dertig toonzettingen, op hetzelfde libretto, waarvan de werken van Alessandro Scarlatti en Tomaso Albinoni het meest in het oog springen. In dit libretto wordt Gualtieri echter niet als tirannieke echtgenoot afgebeeld, maar als verlicht despoot, terwijl het volk Griselda niet aanvaardt, omwille van haar lage afkomst. Voor Vivaldi het gedroomde scenario om in Venetië op te voeren waar hij in de theaters, omwille van zijn lage afkomst,tot dan toe persona non grata was geweest.

Als opera verbrak Griselda de toenmalige dominantie van castraatzangers in Venetië, waarvan velen zo'n hoge honoraria vroegen dat Vivaldi besloot het over een andere boeg te gooien. Voor de première verzamelde hij een uitstekende cast jonge (en veel goedkopere), getalenteerde zangers rond zijn leerlinge en protégé Anna Giro, die een zekere publiekstrekker was. En de vele uiterst moeilijke, acrobatische tenor- en sopraanaria's in de opera getuigen van de kwaliteit van Vivaldi's originele cast. De castratenrollen worden dus wat op de achtergrond geduwd: ze worden bedeeld met slechts twee, minder prominente personages.

En dat dit een verblindend virtuoze opera is, dat moge duidelijk zijn vanaf de eerste noten van de cd. Veronica Cangemi, in de rol van Constanze, zingt met een soepele, steeds gecontroleerde stem en het schijnbare gemak waarmee zij haar zangtechnische hoogstandjes zingt is onvoorstelbaar. Simone Kermes is dan weer uitstekend als Ottone, met een heel suggestieve stem, veel inlevingsvermogen en uiterst soepele coloraturen, zoals ze dat ten toon spreidt in de stormachtige aria 'Dopo un'Orrida procella'. De contra-altrol van Griselda zelf wordt gezongen door Marie-Nicole Lemieux. Het was Vivadi's protegé Anna Giro, meer actrice dan zangeres, zo werd gezegd, die deze rol creëerde en Vivaldi paste zijn schrijfstijl uitstekend aan. In plaats van virtuoze hoogstandjes vindt je in haar aria's minder in het oog springende zanglijnen, die daarom echter niets aan expressie inboeten. Dit ligt aan Lemieux' meesterlijke gebruik van de vele stiltes, cesuren en zuchtende figuraties die Vivaldi in Griselda's rol componeerde – als imitatie van vlot geacteerde spreektaal. Contratenor Philippe Jaroussky zingt de kleinere rol van Roberto, maar zijn zachte, 'dolce' timbre en de manier waarop hij mengt met de strijkers uit het ensemble maken ook zijn aria's bijzonder de moeite waard.

Het ensemble Matheus begeleidt de zangers uitstekend, met veel zin voor ritmiek, dat de orkestpartij een aanstekelijk, energiek karakter meegeeft. Bovendien zijn de muzikanten niet bang om Vivaldi's muziek soms op een nogal hardhandige manier aan te pakken, met vinnige accenten en scherpe contrasten. De ouverture, of de twee aria's met begeleiding van jachthoorns (let op de heerlijk 'onverzorgde' klank van die instrumenten) zijn knappe voorbeelden van deze aanpak. Hierdoor bezit de hele uitvoering het karakter van kamermuziek, waarbij alle muzikanten perfect op elkaar weten in te spelen.

Geen liefhebber van barokopera, of barokmuziek in het algemeen, zou een cd als deze mogen missen in zijn discotheek. Vivaldi's operamuziek, traditioneel een ten onrechte vergeten gedeelte van het oeuvre van deze componist, wordt hier alle eer aangedaan, in een uitvoering met schitterende zangers en een orkest dat met hoorbaar plezier en enthousiasme speelt.

Meer over Antonio Vivaldi


Verder bij Kwadratuur

Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.