"To make music with Claudio Abbado is an infinite joy, a genuine key to the magic of music", zo schrijft violiste Isabelle Faust in enkele regels duiding bij haar laatste cd-opname. Best een opvallend detail, want het is altijd het "plezier" dat terugkeert wanneer muzikanten het hebben over waarom ze zo graag samenwerken met de van oorsprong Italiaanse dirigent Claudio Abbado. Welk repertoire er ook onder handen genomen wordt, van Mozart-requiems tot de hemeltergende laatste symfonieën van Gustav Mahler, altijd is het een vreugde die opstijgt uit het geheel. Dat betekent weliswaar niet dat Abbado de canon met een glimlach benadert, integendeel. Zijn interpretatie van Mahlers negende voor Accentus, onlangs nog verschenen op dvd, was er een van grote eerbied en ernst. Toch weet de dirigent op een of andere manier muzikanten te enthousiasmeren over zijn eigen verschijning en over muziek in het algemeen. Het is immers veelbetekenend dat het Orchestra Mozart, net als het Lucerne Festival Orchestra, voor een groot deel bestaat uit bevriende musici uit de beste orkesten wereldwijd. Waar het Zwitsers orkest daar integraal uit bestaat, worden de gelederen binnen het Orchestra Mozart versterkt door jonge talenten van over de hele wereld. Met een ervaren rot aan het hoofd van de pupiter, kunnen jonge snaken op die manier de stiel van dichtbij leren.

Claudio Abbado heeft het wellicht aan zijn reputatie te danken dat hij er in slaagde om Harmonia Mundi te overtuigen om het vioolconcerto van Ludwig van Beethoven naast dat van Alban Berg te plaatsen. Het spreekt voor zich dat de manier waarop beide componisten het gegeven "harmonie" benaderen, totaal verschilt. Het concipiëren van beide werken ligt niet voor niets meer dan 100 jaar uit elkaar. Toch heeft Abbado gelijk als hij zowel in Berg als in Beethoven (alweer) een grote vreugde vindt. Hoewel het concerto van eerstgenoemde, dat verrassend genoeg ook (als moeilijkste werk) eerst op de cd wordt geplaatst, werd geschreven naar aanleiding van de dood van de dochter van Walter Gropius en Alma Mahler (waarmee Berg een innige vriendschap onderhield), is het een stuk waarin de confrontatie met de dood er uiteindelijk een moet worden alsof men een oude vriend opnieuw onder ogen komt. Ondanks de zeer expressieve vormtaal, is het muziek die streeft naar berusting en vredige stilte. Een pretje is dit vioolconcerto "dem Andenken eines Engels" ("ter nagedachtenis van een engel) daarom nog niet. Vooral in het 'Allegro' mag Faust met precieze uithalen de silhouetten van een storm uittekenen. Daarbij komt bovendien dat Abbado zijn Orchestra Mozart naar een stuwende en compacte klank leidt, die als weerbarstige golven onder Fausts welgetemperde Stradivarius worden geschoven.

Het contrast met de Beethoven wordt er zelden groter op: Abbado stuurt zijn manschappen deze keer naar een zeer doorzichtige uitvoering, erg licht en speels, maar nooit goedkoop. Faust geniet evenzeer met volle teugen van het concerto: ze tuimelt het schitterend binnen, goochelt liefelijk met bepaalde finesses en pakt groots uit met kleine details. Als er een reden zou moeten geformuleerd worden waarom deze opname een van de beste zal zijn van dit jaar, stelt zich een probleem. Is het nu vooral Faust die schittert, of toch Abbado en zijn orkest? En is het de Berg die hier ontroert als nimmer te voren, dan wel de Beethoven? Soms doet het er niet toe, zolang men een zetel, een cd-speler en een uitstekend paar speakers heeft om deze meesterwerken te savoureren.

Meer over Alban Berg, Ludwig van Beethoven


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.