TAZ 2009 komt nu wel degelijk onder stoom. Dat geldt ook voor de Jong Muziek wedstrijd. Na een duo en een soliste, was het de beurt aan een volledige groep. Blackie And The Oohoos maakte een erg goeie beurt, al slaagde men er niet in alle klippen te omzeilen. Werken met een groep geeft immers de kans om een grotere afwisseling en meer klankkleuren in te bouwen. Er is echter ook een risico aan verbonden, zoals het verleden van de competitie al zo vaak heeft aangetoond: formaties hebben de neiging om alle hoeken van het geluidsspectrum dicht te spijkeren tot er enkel nog een geluidsmuur of –brij overblijft en alle finesse in de plooien verdwijnt. Blackie And The Oohoos kwam echter goed voorbereid aan de startlijn.
Frontvrouw Loesje Maieu zingt meer dan degelijk, ook in de hogere registers die ze soms aandoet. Ze begeleidt zichzelf met gebaartjes van de meestal vrije linkerhand, alsof ze zichzelf dirigeert, een ongewone tic als virtuele handtekening. Ze bespeelt spaarzaam maar effectief de accordeon, de microkorg (een klein keyboard) en zelfs de trom in het laatste bisnummer 's avonds, maar vooral: ze schrijft songs met een duidelijke thematiek, resultaat van goede observatie en een scherpe pen. Haar in alle opzichten jongere en frêlere zus Martha zingt soms solo, maar ondersteunt meestal haar zus, wat leidt tot adembenemende, engelachtige samenzang. Ook zij beroert trefzeker kleine instrumenten als het klokkenspel met de hoge hemelse klank, maar er worden ook blokfluiten, een zaag en andere geluidproducerende tuigen ingeschakeld.
Achter de zusjes staan drie door de wol geverfde muzikanten. Akoestische bassist Laurens Duerinck en slagwerker Alfredo Bravo begeleidden in een ver verleden al deelnemers aan Jong Muziek. De jonge gitarist Milan Warmoeskerken is al even gedegen en gedreven. Samen zorgen deze uitmuntende musici voor een waaier aan klankkleuren: naast akoestische gitaar speelt Milan ook banjo (gewoon of met slide techniek – een heerlijke klank). Ze nemen af en toe mekaars instrument over, wat de variatie al evenzeer dient. De heren zorgen voor een smeuïge ritmiek, een verleidelijke en sensuele onderhuidse swing die noopt tot bewegen.
Over de audio
Men zou terecht kunnen vrezen dat de frontlijn en het Hinterland naast mekaar musiceren. Het merkwaardige is echter dat die twee niveaus samensmelten tot één hecht geheel, waarin grote finesse en zorg voor het detail primeren. Opener 'Song For Two Sisters' toonde meteen dat Loesje Maieu een puntige song in de vingers heeft, maar ook de zorgvuldig opgebouwde bossa nova 'Charlie', de Franstalige spraakwaterval-met-zingende-zaag 'Pour Toi' en het van lichtvoetig drumwerk voorziene 'Devilchild' vielen op. Op enkele minieme presentatie- en uitspraakfoutjes na was dit een vlekkeloze set, die bijzonder nieuwsgierig maakte naar hoe de band dit zou vertalen naar een grotere context.
Blackie And The Oohoos had de volgorde van de songs van de avondset omgegooid, enkele songs eruit en andere erbij, nog een bewijs van een doordachte aanpak. Maar de schaalvergroting werkte hoe dan ook relatief vervlakkend. Elektrische gitaar en dito bas (al werd de staande af en toe nog gebruikt), grotere keyboards, het weglaten van andere instrumenten als de (slide) banjo verengden het klankenpalet, maakten de teksten veel minder verstaanbaar en namen vaak de finesse uit de song. Bovendien kreeg men het geluid niet optimaal (noch de groep noch de gedegen geluidsmensen van de band en van TAZ zijn hiervoor verantwoordelijk: Club ... Terminus heeft zijn naam niet gestolen en vraagt bijzonder veel tijd om het geluid fijn af te stellen), wat door de toehoorders en de groep zelf onderkend werd.
Het verheugende is dat Blackie het verlies aan verfijning wist te vervangen door een sterke sfeerschepping, ondermeer via doordachte spanningsopbouw en goed bestudeerde climaxen. 'Alone Again' en 'Silly Game' baadden in zo'n zinderende atmosfeer, maar 'Young Running Wild Ones' spande de kroon: de meisjes haalden vocaal erg hoog maar loepzuiver uit wat ten slotte overging in een orgie van stemmen, gitaren en drumslagen, een climax doch zonder de gebruikelijke chaos. Het verlies aan verfijning was relatief, want ook nu vielen er in het hele concert geregeld muzikale hoogstandjes te noteren, zoals in het hele sterke en nieuwe 'As A Sinner'.
De eerste set was de onbetwiste "winnaar"' maar in de tweede bewees Blackie And The Oohoos dat ze zich in hoge mate kunnen aanpassen aan omstandigheden, die ver van ideaal zijn. Liefhebbers van intelligente rock-met-ballen-en-inhoud komen met deze formatie ruim aan hun trekken.
Tekst: Antoine Légat
Audiotrack: Zjakki Willems
Meer over Theater Aan Zee - Blackie and the Oohoos
Verder bij Kwadratuur
Interessante links