Na Mahler en Bach plaatste dirigent en Belgische trots Philippe Herreweghe voor de derde opname bij zijn eigen label Phi muziek van Brahms op het programma. Dit met absolute topensembles, waarvan hij tevens als stichtende vader geldt. Het Collegium Vocale bewijst hier met een verfijnde, maar qua kracht niet te versmaden inbreng wat het waard is op het internationale vocale platform. Voor het Orchestre des Champs-Elysées, met thuisbasis Parijs, is dat niet anders. De combinatie zorgt voor een werkelijk verpletterende opname, waar ook alto Ann Hallenberg haar emotionele steentje toe bijdraagt.
Op een album met superieure werken als Brahms' 'Schicksalslied', de 'Althapsodie' of het 'Gesang der Parzen', lijkt het 'Begrabnisgesäng' uit 1858, Brahms' eerste poging om een koorwerk te schrijven met grotere instrumentale begeleiding, misschien zomaar wat opvulsel. Alexander Butz heeft het in de tekst bij deze opname echter over het karakter van een "ernstige treurmars", met een "archaïserend karakter" ontleend aan het eerder stroeve metrum waarin het geheel wordt gepresenteerd. Met de bezetting is overigens iets vreemd aan de hand: zij bestaat uit koor, bastuba, twee hobo's, klarinetten, fagotten, hoorns, drie trombone's en pauken. Uiteraard een erg ongewone combinatie, die hier sterk sacraliserend werkt. Herreweghe toont zich in dit minder opgenomen werk overigens evengoed als een meesterlijk dirigent: hij telt het werk naar een bijna transcenderende hoogte en laat de (perfect ingezongen) koorpartij als het ware van binnenuit openbarsten, gebracht met een enorme intensiteit door het superieure Collegium Vocale Gent.