Een symfonie van Mahler bewerken voor kamermuziekensemble: het lijkt een onmogelijke opdracht maar dat is precies wat Arnold Schönbergs leerling Erwin Stein deed. In 1921 bewerkte hij Mahlers vierde symfonie (toegegeven, de meest kleinschalige van de negen die Mahler schreef) voor een ensemble dat bestond uit strijkkwintet, dwarsfluit, hobo, klarinet, piano, harmonium en slagwerk. Hij maakte die bewerking overigens niet zelf af: die taak werd pas verricht door Alexander Platt in 1993.
Mahler vierde symfonie betreedt een wereld die radicaal verschilt van die van de vorige drie symfonieën. Weg zijn de grootspraak en het heroïsche dat symfonie nummer een tot drie domineerden en in de plaats komt een lichter karakter, een transparanter klankidioom en een haast kinderlijk onschuldig karakter. Vandaar ongetwijfeld dat Mahler dit eerste deel van de symfonie eerst wou uitgeven als een 'symfonisch scherzo'. Pas later voegde hij er drie andere delen aan toe, waarbij de finale van de symfonie werd gevormd door het eerder gecomponeerde lied 'das himmliche Leben'.
Over de audio
Het 'scherzo' karakter van het openingsdeel van Mahlers vierde wordt al meteen geïllustreerd door de sleebelletjes die het deel inzetten, een herinnering aan een kindertijd zonder zorgen. Uiterlijk is dit een erg klassiek opgebouwd deel in sonatevorm, met twee duidelijk onderscheidbare thema's, eentje speels en snel, een ander breed en lyrisch. In de doorwerking die volgt schudt Mahler als het ware alle kaarten grondig door elkaar. In de plaats van Mahlers soms massieve orkestratie komt een doorzichtige polyfonie van vele evenwaardige maar verschillende stemmen.
De grootste verdienste van het Vlaamse Oxalys ensemble is om wat eigenlijk maar een bewerking is toch net zo te doen klinken als het origineel of op sommige gebieden zelfs beter: een klein ensemble als dit kan zich uiteraard veel wendbaarder en flexibeler opstellen. Zo komt het dat Mahlers muziek in deze uitvoering een heerlijk vloeiend tempo kent, vol kleine versnellingen en vertragingen die zijn muziek doen ademen. Het valt ook op hoe goed de muzikanten de originele klankkleuren kennen, hoe de klarinet in de huid van een hoorn of een fagot kan kruipen bijvoorbeeld, hoe het harmonium haast ongemerkt de harmonieën aandikt en hoe een strijkkwintet de impressie van een volledige sectie strijkers kan geven.
Meer over Gustav Mahler
Verder bij Kwadratuur
Interessante links